Deze conclusie volgt op een uitvoerige analyse van de toezichthouder. Door de nieuwe telecommunicatiewet, die vorig jaar mei in werking is getreden, kan de instantie op basis hiervan ook besluiten aan de partijen opleggen. De Opta verwacht dat consumenten uiteindelijk zullen profiteren van de verlagingen. De jaarlijkse besparing wordt geschat op 150 miljoen euro voor alle bellers.

Eind 2003 besloten KPN, Vodafone, T–Mobile, Orange, Tele2 en UPC de tarieven voor het bellen van vast naar mobiel al fors omlaag te brengen. Zij deden dit toen onder druk van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Opta. Op basis van deze afspraken wordt in december dit jaar de laatste verlaging doorgevoerd. KPN rekent nu bijvoorbeeld nog 13 eurocent per minuut tegen bijna 30 cent in 2003. In december komt het tarief op 11 cent. In landen als Groot–Brittannië, Zweden en Finland is het al minder dan 10 cent.

KPN verklaarde donderdag dat de nieuwe verlagingen in „de lijn der verwachting” lagen. De Opta had in december 2003 al aangegeven dat het na december dit jaar het recht had om verder in te grijpen.

De reactie van KPN was destijds een stuk feller. Het telecomconcern zei toen mogelijk de prijzen voor het bellen met een mobiele telefoon te moeten verhogen. KPN gaf ook aan dat verlagingen doorwerkten op het bedrijfsresultaat. De winst viel daardoor in 2004 65 miljoen euro lager uit, terwijl de schade voor dit jaar is geschat op 110 miljoen.

Dergelijke rekensommen heeft KPN nu nog niet gemaakt, zei de woordvoerder. „We hebben een enorm pak met papier gekregen. Er is wel wat tijd nodig om dat door te werken”. Vodafone en T–Mobile wilden om die reden ook nog geen reactie geven. Telfort zegt de huidige tarieven „redelijk” te vinden.

Het gaat om een zogenoemd ontwerpbesluit van de Opta. De partijen kunnen nog reageren op de conclusies. De telecomtoezichthouder verwacht over vier tot vijf maanden een definitief besluit te nemen.

De Opta meent in zijn analyse dat het bellen met een mobiel niet te duur is. Met vijf volledig concurrerende netwerken en nog een aantal andere aanbieders van mobiele telefonie is er voldoende keuze, aldus de toezichthouder. KPN, dat rond de 40 procent van de markt beheerst, hoeft daarom volgens de Opta niet meer als een „partij met aanmerkelijke marktmacht” getypeerd te worden. Door het verliezen van dit stempel krijgt het concern meer commerciële vrijheid. In de praktijk betekent dit dat KPN ook partijen tot zijn netwerk mag weigeren, aldus K. Noorlag van de onderzoekstak van de Opta. Nu moet de onderneming nog iedereen toelaten voor het aanbieden van mobiele telefonie.