Zoeken naar andere energie
De prijs van Amerikaanse olie bereikte woensdag een nooit eerder gehaald hoogtepunt. Zo’n bericht bezorgt energiegebruikers niet zelden onrustige rillingen en onplezierige gevoelens. Mensen met een zeer bescheiden inkomen of een hoge hypotheek die ternauwernood een auto kunnen onderhouden, zitten als eersten met de handen in het haar. Als de benzineprijzen steeds stijgen, zouden ze ooit hun auto aan de kant moeten zetten. „Dat is niet zo erg”, zal iemand zeggen. „Mijn vader deed het ook zonder.” Maar zo simpel is het niet.De mobiliteit nam in Nederland sterk toe. Mensen wonen vaak niet in dezelfde plaats als waar ze hun baan hebben. Dat was voorheen meestal wel het geval. De huidige situatie kost kilometers en brandstof. En dat valt niet zomaar te beëindigen.
Twee auto’s in een gezin lijkt lang geen luxe meer. Mevrouw moet ook werken. Zij helpt de hoge lasten van het huis op te brengen. Haar werkplek ligt juist 50 kilometer in een andere richting dan de plaats waar haar echtgenoot z’n baan heeft.
Als kinderen -al of niet met het oog op een huwelijk- het ouderlijk huis verlaten, zwermen ze uit over heel Nederland. Ook zoiets is onomkeerbaar. Welk effect heeft het op de gemeenschapszin -de band tussen broers, zussen en hun ouders- als ze elkaar steeds moeilijker kunnen bereiken? Het is toch niet goed om alleen voor zichzelf te leven?
„Gebruik dan het openbaar vervoer”, zegt iemand. „De trein. En de bus, als u naar een afgelegen dorp moet.” Dat is een houdbare theorie. Maar zij kost menigeen te veel uren. Talloze mensen lopen op hun wenkbrauwen door de stress.
Een van de oorzaken is het verworven recht om in allerlei maatschappelijke verbanden overal over mee te praten. Dat vreet tijd. En tijd kost in ons land geld. „Dat is toch geen probleem?” vraagt iemand. „Laat dan je vrouw ook een baan zoeken.” Gaat dat dan niet ten koste van de stabiliteit in het gezin? Alles heeft met elkaar te maken. En uiteindelijk lopen mensen zomaar tegen de grenzen van hun principes aan.
De vraag naar olie blijft inmiddels stijgen. De overheid vaart daar wel bij. Want zij ontvangt heel wat accijns via de verkoop van benzine. Maar de toenemende belangstelling voor energie heeft niet alleen met vervoer te maken. Er zijn andere energie gebruikende elementen.
Dat kan te maken hebben met de levensstijl. Bij eenvoudige mensen ging vroeger de woonkamer dicht in de winter. Het gezin leefde in de koudste maanden in de keuken. Een bescheiden lampje moest voldoende zijn om er de krant bij te kunnen lezen. De televisie begon pas in de jaren ’50 aarzelend mee te praten. De computer bestond niet. Nu wel. En al die ontwikkelingen zijn onomkeerbaar.
Hoe zal de toekomst eruitzien? De laatste voorbeelden -die van de televisie en computer- geven aan dat het verminderen van energieverbruik nauwelijks een echte oplossing kan bieden. De olievoorraden in de grond raken vroeg of laat op. Dat geldt ook voor steenkool en aardgas. Voor olie zal dat moment naar schatting ergens tussen 2025 en 2040 liggen. Moet die wetenschap leiden tot allerlei doemscenario’s?
Christenen hebben weet van de eindtijd en de wederkomst van hun Zaligmaker. De apostel Paulus waarschuwde de gemeente te Filippi in geen ding bezorgd te zijn. Dat sluit echter verantwoord zorgen niet uit. Het is nodig om naarstig te zoeken naar andere energie. Er is sprake van ontwikkeling van zonne-energie, wind- en waterstofenergie. Bezuinig een beetje op de ruimtevaart. Schenk aandacht aan de elektriciteit opwekkende laddermolen van prof. Ockels. En vergeet ook de duurzame energie van de warmtepomp niet.