Afghanen later naar de stembus
De parlementsverkiezingen in Afghanistan, die eerder in april of juni gehouden zouden worden, zijn uitgesteld tot waarschijnlijk medio september.
Dat heeft de Nederlandse ambassadeur in Afghanistan, M. de la Bey, woensdag gezegd op het vliegveld van Kabul. Daar is een Nederlands Apache-detachement gestationeerd, dat eind deze maand afgelost wordt door een eenheid F-16-gevechtsvliegtuigen.
Een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de Afghaanse regering en de Verenigde Naties moet over de verkiezingsdatum nog een definitief besluit nemen. De regionale verkiezingen die aanvankelijk tegelijk met de parlementsverkiezingen gehouden zouden worden, vinden pas volgend jaar plaats, aldus De la Bey.
Hij wijst erop dat de organisatie van de parlementsverkiezingen veel moeilijker is dan de presidentsverkiezingen in oktober. Onder meer zijn er geen betrouwbare gegevens over de bevolking en staan de districtsgrenzen niet vast. De laatste bevolkingsgegevens dateren uit 1977, nog voor de Sovjetinval. Ook is nog onduidelijk of de 3 miljoen vluchtelingen die nog in het buitenland verblijven kunnen meedoen, omdat niet duidelijk is uit welke provincie ze komen.
Bovendien gaan lokale problemen tijdens de komende verkiezingen een grote rol spelen. Niettemin meent de internationale vredesmacht in Afghanistan (ISAF) dat „de verkiezingen in september geen veiligheidsrisico zijn.”
Hij voegde eraan toe dat ISAF ervan uitgaat dat de internationale militaire aanwezigheid nog zeker acht tot tien jaar nodig zal zijn voordat het land op eigen benen kan staan en om de veiligheid te waarborgen.
Hij waarschuwde ervoor dat zolang Afghanistan nog geen eigen leger heeft, er een machtsvacuüm dreigt te ontstaan, waardoor gewapende bandietenbendes vrij spel hebben. Het aantal van dergelijke bendes is de laatste tijd sterk toegenomen en wordt geschat op zeker 600, aldus een medewerkster van de ambassade.
Tijdens haar bezoek aan Afghanistan heeft minister Van Ardenne gezegd dat Nederland bereid is om „meerjarig bij te dragen” aan de veiligheid in het land en vestiging van de democratie. Gedurende haar bezoek eerder deze week ondertekende Van Ardenne een economisch verdrag dat voorziet in joint ventures van Nederlandse en Afghaanse bedrijven in risicovolle investeringen, zoals de bouw, zuivel en zaaigoed. Dat laatste is belangrijk om te voorkomen dat de boeren massaal overstappen op de papaverteelt voor de productie van heroïne. De papaverteelt is verdrievoudigd en zorgt voor 60 procent van het nationaal inkomen (2,8 miljard dollar).