IRA wordt katholiek Noord-Ierland blok aan het been
De radicale Noord-Ierse nationalisten hebben zich uit de markt geprijsd. Gerry Adams, de katholieke politieke leider van Sinn Fein, wordt donderdag zelfs geweerd bij de jaarlijkse viering van St. Patrick’s Day bij president Bush.
St. Patrick’s Day is een nationale feestdag ter ere van de Ierse patroonheilige Patrick. Volgens de overlevering is hij op 17 maart 460 gestorven. Hij was een van de eerste evangelisten op het Ierse eiland en is daarom voor zowel rooms-katholieke als protestantse Ierse leiders van betekenis.
Maar ook de 40 miljoen Amerikanen van Ierse oorsprong vieren St. Patrick’s Day. President Bill Clinton was een van hen. Hij koesterde zijn Ierse bloed niet alleen door het vredesproces in Noord-Ierland actief te helpen. Vanaf 1995 gaf hij jaarlijks op St. Patrick’s Day een receptie voor alle Ierse politieke leiders in het Witte Huis. Bush heeft deze traditie overgenomen.
Maar dit jaar wachtte Gerry Adams vergeefs op een uitnodiging van het Witte Huis. En zelfs een afspraak met de invloedrijke Iers-Amerikaanse senator Edward Kennedy werd afgezegd. Kennedy sprak in een verklaring over de „aanhoudende criminele activiteiten van de IRA en de minachting voor de rechtsgang”, aldus de Democratische senator. „Sinn Fein kan geen volledig democratische partij zijn met de IRA als een blok aan haar been. Beslissend handelen blijft al te lang uit.”
De IRA (Ierse Republikeinse Leger) is de ondergrondse en gewelddadige tak van de katholieke nationalisten, die Noord-Ierland onder de Britse kroon vandaan willen halen en bij de Ierse Republiek willen inlijven. Vanaf het begin van de Noord-Ierse onrust in 1969 zijn er door de bomaanslagen van de IRA al enkele duizenden doden gevallen.
Deze IRA staat het vredesproces in Noord-Ierland al enkele jaren in de weg. Andere politieke partijen vinden het moeilijk zaken te doen met Sinn Fein, de politieke partij die een statutaire verbinding heeft met de IRA. In het Goede-Vrijdagakkoord uit 1998 was afgesproken dat katholieken en protestanten samen het zelfbestuur van Noord-Ierland ter hand zouden nemen, maar daarmee is nog steeds geen goed begin gemaakt.
Het was de bedoeling dat dit zelfbestuur definitief vorm zou krijgen na de verkiezingen van november 2003. Maar de meeste steun ging toen naar de radicale protestanten van de Democratic Unionist Party (DUP) van ds. Ian Paisley en de katholieken van Sinn Fein. En zoals gewoonlijk zijn partijen wier belangen tegengesteld zijn niet in staat snel een coalitie te vormen. Omdat in het coalitieakkoord ook enkele aspecten van het functioneren van de Noord-Ierse volksraad moeten worden geregeld, zijn de kandidaten die in november 2003 werden gekozen nog nooit beëdigd.
Enkele keren kwamen de partijen wel heel dicht bij overeenstemming. Sinn Fein was namens de IRA overeengekomen dat de Ierse rebellen zich van hun wapens en explosieven zouden ontdoen. Omdat dit steeds een van de belangrijkste eisen van de DUP was geweest, eiste de protestantse partij dat deze ontwapening ter bewijs op video zou worden vastgelegd. Omdat Sinn Fein dit weer te wantrouwend vond, kwam er niets van terecht.
Steeds kreeg ds. Paisley de zwartepiet toegespeeld. Maar inmiddels ligt Sinn Fein mijlen achter in de slag om de publiciteit.
De katholieke beweging heeft namelijk twee grote fouten gemaakt. Er bestaat vrij hard bewijs dat de IRA opdracht heeft gegeven tot een bankroof van ruim 38 miljoen euro in Belfast in december.
Daarnaast waren twee IRA- leden in januari betrokken bij een kroegruzie waarbij de 33- jarige Robert McCartney de dood vond. Onmiddellijk ontstond de indruk dat de IRA mogelijke getuigen onder druk had gezet zich niet bij de politie te melden. Daarnaast bleek vorige week dat de IRA de nabestaanden had aangeboden op hun wijze met de daders af te rekenen.
De familie weigerde dit echter. De vijf zusters van McCartney en zijn partner voeren juist een campagne om de daders voor het gerecht te plaatsen. Met die boodschap overheersen ze al enkele weken het nieuws in Noord-Ierland. In plaats van Gerry Adams zijn juist zij uitgenodigd bij president Bush en senator Kennedy.
Prof. Paul Bew, hoogleraar Ierse politieke geschiedenis aan Queen’s University in Belfast, juicht de weigering vanuit het Witte Huis toe, maar „die komt wel twee jaar te laat”, zegt hij. „Het is een signaal naar Adams dat hij zich moet distantiëren van de IRA, maar tegelijkertijd mag hij blijven deelnemen aan het vredesproces. Sommige Amerikanen noemen hem een Arafat, maar echt afgeschreven is Adams nog niet.”
Het paradoxale rond Adams is dat hij enerzijds als buitenstaander wordt bejegend, maar anderzijds te allen koste binnenboord wordt gehouden. Bew: „Persoonlijk twijfel ik er niet aan dat Adams in het bestuur van de IRA zit. Tony Blair heeft hem daar nodig, omdat hij hoopt dat hij daar een matigende invloed heeft en het staakt-het-vuren van de IRA overeind houdt. Blair wil niet dat de IRA opnieuw bommen plaatst en Londen tot een tweede Madrid maakt. Maar nu de zaak uit de hand is gelopen met die bankroof en die moord, kan men Adams niet meer in bescherming nemen. Met een organisatie die zo nauw met georganiseerde criminaliteit is verbonden is, kun je geen zaken meer doen.”
De hoogleraar denkt niet dat de Amerikaanse weigering om donderdag St. Patrick’s Day te komen vieren een definitief standpunt laat zien. „Deze politiek van het Witte Huis is door Londen bepaald. Als Tony Blair volgend jaar een ander advies geeft, krijgt Adams gewoon weer een uitnodiging.”
Bew gelooft dat het Goede-Vrijdagakkoord „nog niet dood, maar wel ernstig ziek” is. „Er blijven mogelijkheden voor een machtsdeling tussen protestanten en katholieken, maar het wordt steeds moeilijker. Het komende jaar zal er daarom zeker geen regeringscoalitie van Sinn Fein en DUP worden bereikt.”