Binnenland

„Nederlanders kil en onverschillig tegenover joden”

Een „pikzwart hoofdstuk” in de Nederlandse geschiedenis. Zo omschreef premier Balkenende woensdag in de Israëlische hoofdstad Jeruzalem de uitroeiing van bijna de hele joodse gemeenschap in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Kilheid en onverschilligheid voerden de boventoon, aldus de premier.

ANP
16 March 2005 11:44Gewijzigd op 14 November 2020 02:20

Balkenende sprak tijdens een bijeenkomst ter gelegenheid van de heropening van het nieuwe holocaustmuseum Yad Vashem. „Ja, natuurlijk kunnen we ook wijzen op de vele voorbeelden van moed, vriendschap en solidariteit”, aldus de minister-president. „Maar ook op die van onverschilligheid, kilheid en verraad.”

Voor de Tweede Wereldoorlog leefden in Nederland 140.000 joden. Ze waren „volledig geïntegreerd in de Nederlandse samenleving”, zei Balkenende. Meer dan 100.000 joden keerden niet terug uit vernietigingskampen. Met uitzondering van Polen hebben de nazi’s nergens zo veel joden naar kampen weten af te voeren als in Nederland.

„De deportatie van de meeste Nederlandse joden tijdens de bezetting is een pikzwart hoofdstuk in de geschiedenis van mijn land. Een hoofdstuk dat ook zijn donkere schaduw werpt op onze naoorlogse geschiedenis”, stelde de premier.

Het heeft Nederland volgens Balkenende veel moeite gekost om de waarheid onder ogen te zien van wat er is gebeurd tussen 1940 en 1945. „Stap na pijnlijke stap hebben we met een kritisch oog leren kijken naar wat er is gebeurd”, aldus de minister-president.

Hij verwees daarbij naar de toespraak die koningin Beatrix hield in het Israëlische parlement (Knesset), deze maand precies tien jaar geleden. Zij noemde toen Nederlanders die zich hadden ingezet voor hun joodse medeburgers „uitzonderingen.” Later dat jaar zei de vorstin, terugblikkend op de holocaust, dat we „met een diep gevoel van schaamte” zouden moeten terugkijken naar „deze schandvlek op onze beschaafde wereld.”

De rede van de minister-president is een gebaar naar de joodse gemeenschap. Tijdens zijn bezoek aan Israël heeft Balkenende verscheidene malen zijn afschuw uitgesproken over de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog. Daarbij waarschuwde hij voortdurend voor het opnieuw naar boven komen van antisemitisme.

Volgens Balkenende waren de Tweede Wereldoorlog en de holocaust ervoor nodig om Europeanen te leren dat universele waarden nooit moeten worden opgegeven. We moeten er met „elke vezel in onze ziel” voor zorgen dat geen volk, geen groep in onze samenleving apart van anderen komt te staan, aldus de premier.

Directeur Ronnie Naftaniel van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) vond de toespraak van premier Balkenende niet ver genoeg gaan. In een reactie zegt hij excuses van de Nederlandse Staat te willen. „Het was een mooie speech, met warme woorden, maar ik miste een woord van excuus. Voor het gedrag van ambtenaren, voor de kilte en de collaboratie denk ik dat excuses heel wijs zouden zijn.”

Naftaniel verwijst daarbij naar de Belgische premier Verhofstadt, die wel zijn verontschuldigingen aan de joodse gemeenschap maakte. „Terwijl daar veel minder joden zijn afgevoerd”, aldus de CIDI-directeur. Naftaniel kan zich voorstellen dat het moeilijk is in het buitenland excuses te maken. „4 Mei komt eraan en dat is een gouden kans om het wel te doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer