Tegenvaller voor uitbaters Betuwelijn
De bedrijven die treinen willen laten rijden over de Betuweroute zijn geconfronteerd met een fikse financiële tegenvaller van 60 miljoen euro.
Dat staat in een vertrouwelijke notitie van de ondernemers, waarover De Telegraaf woensdagmorgen publiceerde.
De notitie meldt dat ongeveer 150 goederenlocomotieven tegen een bedrag van 400.000 euro per stuk moeten worden omgeschakeld op het Europese treinbeveiligingssysteem ETCS. Pas hierna kunnen de locomotieven op de Betuweroute rijden. De totale kosten voor de ombouw bedragen 60 miljoen euro.
De vervoerders zijn zelf verantwoordelijk voor de ombouw, zei een woordvoerster van het ministerie van Verkeer woensdagmorgen. Ze kunnen wel rekenen op een subsidie uit Brussel voor de omschakeling naar ETCS. Minister Peijs van Verkeer wil die Europese steun aan de vervoerders alvast voorschieten. Zij heeft daartoe een voorstel gedaan aan de brancheorganisatie van de vervoerders.
De vervoerbedrijven maken zich ook zorgen over de capaciteit van het spoor in Duitsland. Volgens hun notitie kunnen de huidige 24 goederentreinen per dag per richting al nauwelijks worden verwerkt. Bovendien moeten de locomotieven aan de grens worden omgewisseld omdat de bovenleidingsystemen in Duitsland anders zijn.
De woordvoerster van het ministerie van Verkeer stelt dat er „duidelijke afspraken” zijn gemaakt met Duitsland over de aansluiting. Het buurland heeft pas nog bevestigd dat het capaciteitsprobleem tijdig is opgelost. Ook het omwisselen van locomotieven zal niet nodig zijn. De vervoerders denken in 2007 ruim zeventig goederentreinen per dag per richting in te zetten.
Een aantal Tweede-Kamerleden is onlangs in Berlijn geweest om de problemen aan te kaarten. PvdA’er Dijksma kreeg daar de indruk dat de Betuweroute hoge prioriteit heeft. „Na het bezoek was er wel minder aanleiding om bezorgd te zijn.” Ze snapt evenwel dat de vervoerders nu willen weten waar ze aan toe zijn.