„Randstad mist kantorenbeleid”
De overheid moet zich meer bemoeien met de aanwijzing van locaties waar nieuwe kantoren mogen komen. Dat vinden vastgoedbeleggers. Nu verrijst langs de rijkswegen in de Randstad een „ratjetoe” aan kantoorpanden en beconcurreren gemeenten elkaar met locaties.
Voorzitter R. Smeets van de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed (IVBN) klaagde dinsdag bij de presentatie van het jaarverslag 2004 over het gebrek aan „sturing.” De overheid moet volgens hem meer regisseren waar nieuwe panden kunnen verrijzen en waar de komst ervan juist beperkt moet worden.
Zonder voldoende toegangswegen schieten kantoren langs bijvoorbeeld de A12 en de A4 als paddestoelen uit de grond. Het hoge tempo maakt het voor beleggers steeds minder interessant om te investeren.
Doordat iedere keer jonge kantorenlocaties worden aangeboord, zijn eerder gebouwde terreinen te snel verouderd. De beleggers willen hun investering afstellen op een termijn van dertig jaar, maar die is inmiddels geslonken naar tien tot vijftien jaar. En dat is vaak te kort.
Het Rijk wil in de Nota Ruimte juist veel meer verantwoordelijkheid op het gebied van ruimtelijke ordening overlaten aan gemeenten en provincies.
IVBN vindt dat op plaatsen waar de effecten van woningbouw, kantoren of winkels ook buiten een gemeente voelbaar zijn, dat niet aan het gemeentebestuur gelaten kan worden. Daarbij hebben de beleggers ervaren dat gemeentebestuurders voor het snelle scoren eerder letten op kwantiteit dan op kwaliteit.
In algemene zin voelen de vastgoedbeleggers zich wat „in de kou gezet” door de overheid, of het nu gaat om het ruimtelijke beleid, de huurplannen of de belastingregels. „We zien het investeringsklimaat alleen maar verslechteren.”
Volgens IVBN is er voldoende geld onder de beleggers om te investeren in nieuwe (huur)huizen, kantoren en infrastructuur, zoals het kabinet voor ogen staat. „Er is heel veel kapitaal voorhanden om te beleggen. Maar we moeten zoeken naar goede beleggingen”, aldus Smeets.
Het IVBN behartigt de belangen van beleggers in vastgoed als pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en vastgoedfondsen. Gezamenlijk bezitten de leden ongeveer 45 miljard euro aan onroerend goed in Nederland, waaronder 175.000 woningen, 6 miljoen vierkante meter kantoren en 4,5 miljoen vierkante meter winkels.