Onder hen zijn Vinko Pandurevic en Vujadin Popovic, door het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag gezocht wegens genocide.

Gojko Jankovic, een van oorlogsmisdaden verdachte Bosnische Serviër die zich maandag vrijwillig bij het tribunaal aangaf, was een van de voortvluchtigen aan wie door Russische geheime diensten onderdak werd geboden. Hij leefde volgens anonieme zegslieden bij het tribunaal vier jaar in Moskou voor hij zich vrijwillig bij de gevangenis in Scheveningen meldde.

Jankovic’ vrouw beschrijft in een verklaring die The Guardian bezit, hoe ze in december haar man in Moskou bezocht. Tijdens het bezoek werd het echtpaar constant begeleid door iemand met een identiteitskaart van de Russische binnenlandse veiligheidsdienst FSB. De man betaalde rekeningen in dure restaurants en bracht Jankovic iedere avond naar een luxueuze flat die hem door de autoriteiten ter beschikking was gesteld.

Volgens de echtgenote van de 50-jarige Jankovic, beschuldigd van betrokkenheid bij de massale verkrachting van moslimvrouwen in het Oost-Bosnische Foca in 1992, had haar man het Russische staatsburgerschap gekregen en leefde hij in Moskou onder pseudoniem. Waarom hij zich desondanks aan het tribunaal uitleverde, is onduidelijk.

Rusland zou ook de Srebrenica-verdachten Popovic en Pandurevic bescherming bieden.