Economie

Aantal werkende vrouwen groeit

Het aantal vrouwen op de Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen jaren fors gegroeid. Nederland behoort in dat opzicht tot de koplopers van de belangrijke industrie-

landen.

Redactie economie
15 March 2005 10:31Gewijzigd op 14 November 2020 02:20

Dat blijkt uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de denktank van dertig industrielanden.

Het zogeheten Feitenboek van de OESO werd dinsdag in Parijs naar buiten gebracht en bevat een enorme hoeveelheid economische gegevens en cijfers over een periode van tien jaar of langer. De onderwerpen die in de rapportage ter sprake komen zijn behalve arbeidsmarkt ook energieverbruik, industriële productie, handel en economische groei.

Uit het rapport blijkt dat het het aantal Nederlandse vrouwen dat de arbeidsmarkt betrad tussen 1990 en 2003 met een kleine 2,5 procent is gegroeid. In 1990 had 47,5 procent van de vrouwelijke beroepsbevolking een baan. In 2003 was dat percentage opgelopen naar 64,9. Alleen Spanje en Ierland presteerden wat dit betreft nog beter.

De definitie voor arbeidsparticipatie van de OESO is ruimer dan die van het Centraal Bureau voor het Statistiek (CBS). Volgens de OESO doet iemand mee aan het arbeidsproces wanneer hij of zij ten minste een uur per week werkt. Het CBS hanteert als norm twaalf uur. Door dit verschil is het percentage vrouwen dat aan de arbeidsmarkt deelneemt in termen van het CBS een stuk lager. In 2003 was dat 55 procent.

Het ministerie van Sociale Zaken streeft ernaar dat in het jaar 2010 65 procent van de vrouwen deelneemt aan het arbeidsproces. Uit berekeningen van het CBS en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat dit percentage niet zal worden gehaald. Deze instituten gaan uit van een groei van 1 procent per jaar.

Ook bij de mannen was sprake van een groei, aldus de OESO. Hier deed alleen Ierland het nog beter. In 1990 was 75,7 procent van de mannelijke Nederlandse beroepsbevolking aan het werk. In 2003 dat 80,2 procent, iets minder dan in de vier jaar daarvoor. In Polen, Turkije en Zweden was over de volle periode van dertien jaar sprake van een teruggang.

De opstellers van het rapport besteden een apart hoofdstuk aan arbeidsproductiviteit in het bedrijfsleven. Hier deed Nederland het door de jaren heen niet al te best. Het rapport geeft in percentages aan hoeveel de arbeidsproductiviteit per jaar verandert. Gemiddeld bedroeg de groei in Nederland iets meer dan 1 procent. Daarmee loopt ons land redelijk in de pas met een groot aantal andere industrielanden, maar bevindt het zich toch in de onderste regionen. Alleen in Zwitserland, Mexico en Nieuw-Zeeland was de gemiddelde groei van de arbeidsproductiviteit nog lager.

Er zijn ook steeds meer werkende Turkse en Marokkaanse vrouwen. Uit onderzoek van de Nederlandse Gezinsraad blijkt dat twee van de vijf jonge moeders binnen de tweede generatie werken. Ze hebben nauwelijks andere opvattingen over het combineren van werk en zorg dan vrouwen uit andere bevolkingsgroepen. Hun mannen denken daar over het algemeen anders over. Het rapport van de Gezinsraad komt in de zomer uit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer