„Buurthuiswerkers moeten terugkeren”
Er moeten niet alsmaar meer politiemensen op straat komen. In plaats daarvan moeten de club- en buurthuiswerkers hun werk nieuw leven in blazen.
Dat stelde korpschef R. Bik van de politieregio Zuid-Holland-Zuid woensdag op het congres van politieberaden in Zeewolde. Volgens Bik ontstaat nog steeds veel criminaliteit uit verveling. Die is volgens hem ten dele weg te nemen door sportfaciliteiten te bieden en activiteiten in club- en buurthuizen te organiseren.
„We hebben het club- en buurthuiswerk wegbezuinigd, over de schutting gegooid, maar daar is nooit iets fatsoenlijks voor teruggekomen. Voor de lange termijn is er minder politie nodig dan we nu hebben. We moeten niet alsmaar vragen naar meer blauw op straat. Je moet ook in andere sectoren investeren om criminaliteitscijfers naar beneden te krijgen”, aldus Bik. Hij benadrukt achteraf dat er nu wel meer politie en officieren van justitie nodig zijn om de criminaliteit aan te pakken.
Bik is portefeuillehouder Geweld in de Raad van Hoofdcommissarissen. De raad was op het congres bijeen met het OM-politieberaad en het korpsbeheerdersberaad. Het congres -met als thema politie en geweld- is bedoeld voor leden van de regionale colleges van de politiekorpsen.
Om het sociaal-cultureel buurtwerk weer interessant te maken, moet er meer salaris voor de jeugdwerkers op tafel komen, aldus Bik. „Nu zie je dat de beleidsmakers met dat geld naar huis gaan. We moeten veel meer aan de basis investeren.” Volgens de korpschef zal het echter nog jaren duren voordat het sociaal-cultureel werk effectief wordt, als daar nu in wordt geïnvesteerd.
Daarnaast moeten er alternatieven komen voor de harde kern criminelen die zich regelmatig schuldig maakt aan misdaad, ook wel veelplegers genoemd. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland 5 procent van alle verdachten (9800 criminelen) twintig of meer misdrijven heeft gepleegd. „Zoals je aan de onderkant van de misdaadstraffen het Bureau Halt als alternatief hebt, zou je voor de bovenkant ook meer aandacht moeten besteden aan een alternatieve straf”, zegt Bik.
De korpschef ziet veel heil in een Glen Mills School, waar jongeren in twee jaar tijd onder zware discipline weer op het rechte pad worden gebracht. „Maar dan moeten ze niet eerst voor gemiddeld anderhalf á twee jaar in het justitiële systeem terechtkomen en pas daarna achter de tralies belanden. Je moet die criminelen direct onder discipline brengen via snelrecht.” In Nederland bestaat nu nog maar één zo’n instelling. Volgens Bik moeten er tientallen Glen Mills-projecten bijkomen.