„Marechaussees niet voldoende getraind”
De Koninklijke Marechaussee krijgt een speciale ”uitzendpool” om marechaussees beter getraind op gevaarlijke missies te sturen. De militaire politiemensen zijn volgens generaal-majoor M. Beuving van de Koninklijke Marechaussee jarenlang met onvoldoende opleiding erop uitgestuurd.
Dat stelt de bevelhebber van de marechaussee in een interview met het Algemeen Dagblad van zaterdag. Beuving constateerde het gebrek aan training mei vorig jaar in Irak, kort na de dood van militair Dave Steensma. „Mijn mensen waren vaak onzeker en bang voor hun eigen veiligheid. Ze bleken al jarenlang niet meer te zijn getraind als militairen. Ik dacht: dit gaat niet goed.”
Beuving, die sinds januari 2004 bevelhebber is, zorgde bij terugkomst van de missie in Irak vorig jaar direct voor bijscholing van de marechaussees die op het punt stonden te worden uitgezonden. Dat was de lichting van wachtmeester Jeroen Severs, die in augustus om het leven kwam tijdens een vuurgevecht in het zuiden van Irak.
„Zijn dood was een harde les. De kennis van deze gebrekkige training is dramatisch als je bij zijn ouders op bezoek gaat”, aldus Beuving. Een woordvoerder van de marechaussee benadrukte zaterdag in een toelichting „dat uit niets is gebleken dat de opleiding die verbetering behoefde, te maken had met de dood van Severs.” Hij wees erop dat het konvooi waarin de wachtmeester zat, in een hinderlaag was gereden en dat daarbij ook vijf militairen ernstig gewond raakten.
De woordvoerder stelde dat de speciale missietraining die vervolgens is opgezet bij onder anderen de commando’s en de mariniers het gevoel van onzekerheid bij de marechaussees weg moet nemen. „De training is gericht op de militaire competentie, het overleven op het slagveld, die verbetering behoeft. Aan de politionele vaardigheden mankeert niks.”
Marechaussees hebben op het slagveld zowel een militaire taak als die van politiefunctionaris. In 2006 moet de speciale uitzendpool van 250 marechaussees er staan, van wie er circa 150 op missie zullen zijn.
Het Tweede-Kamerlid Karimi (GroenLinks) wil morgen minister Kamp van Defensie om opheldering vragen over de training van mensen die in het verleden zijn uitgezonden. Dit ook omdat de Tweede Kamer vorige week besloten heeft mensen naar Afghanistan te sturen. Ook de VVD heeft vragen aan de minister gesteld. De partij wil onder meer weten of Kamp kan garanderen dat de mensen die binnenkort weggaan of al op missie zijn, voldoende zijn opgeleid.
In Afghanistan zit momenteel al een groep marechaussees die daar verschillende missies bedient. Defensie weigert tot nu toe te zeggen hoeveel mensen er extra bij moeten wegens de nieuwe missie. Minister Kamp heeft vorige week donderdag wel al gezegd dat het marechaussees „speciaal geselecteerd voor dit soort moeilijke missies” zullen zijn.
De ACOM, de CNV-bond van militairen, reageerde gisteren onthutst en vol ongeloof op het verhaal van Beuving dat zijn mensen jarenlang zonder militaire training zijn ingezet bij gevaarlijke missies.
Voorzitter H. Busker van de FNV-bond Marver voor personeel van de marechaussee constateerde al eerder dat de aard van de missies de laatste jaren is verschoven, waardoor de marechaussee niet alleen meer op de compound blijft en zich ook in het veld moet kunnen redden. „Vooral om zich in veiligheid te brengen, want de marechaussee is geen gevechtseenheid.”
Volgens Busker is het door de politietaken van de marechaussee altijd lastig om hen te betrekken bij de militaire voorbereidingen op een missie. „Er moet toch enige afstand blijven ten opzichte van het bataljon om de onafhankelijkheid te bewaren. Het is dan ook gezond dat er via de uitzendpool naar een goede oplossing wordt gezocht. Wij hebben al drie jaar geleden op zoiets aangedrongen.”