Hoofdlijnen nieuw WAO-stelsel
Op 1 januari volgend jaar wordt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) ingevoerd.
Kern van de nieuwe opzet is dat alleen volledig arbeidsongeschikten met een geringe kans op herstel volgens de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) nog een uitkering krijgen (70 procent van het laatstverdiende loon). Deze mensen worden de eerste vijf jaar jaarlijks gekeurd. Bij de keuring wordt gekeken naar het werk dat iemand nog kan doen en wat hij daarmee kan verdienen.
Werknemers die voor 35 tot 80 procent zijn afgekeurd, moeten proberen zo veel mogelijk aan de slag te blijven en krijgen in principe alleen nog een aanvulling op hun salaris voor dat deel dat ze niet kunnen werken. Zij vallen onder de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), waarbij werkgevers zich moeten verzekeren tegen ziekteverzuim en uitval van hun personeel.
Het idee hierachter is werkgevers te stimuleren meer maatregelen te nemen om verzuim te voorkomen, omdat zij dan minder premie hoeven te betalen. Als een werknemer in de WGA belandt, krijgt deze ook recht op hulp om weer aan het werk te komen.
Voor de werknemers wordt het ook lonend om (meer) te gaan werken. Voor het deel dat ze werken, krijgen zij gewoon hun loon. Voor het andere deel krijgen ze een uitkering die 70 procent bedraagt van het inkomen dat ze door de arbeidsongeschiktheid mislopen. Dat is altijd meer dan wanneer het niet lukt om aan de slag te komen. Dan rest een uitkering gebaseerd op 70 procent van het minimumloon en het geleden loonverlies voor het deel van de arbeidsongeschiktheid.
Mensen die voor 35 procent of minder arbeidsongeschikt worden verklaard, zijn niet meer, zoals nu, uitkeringsgerechtigd en blijven in dienst van de werkgever. De werknemer en zijn baas moeten er alles aan doen om iemand aan het werk te houden. Lukt dat niet, dan heeft de deels arbeidsongeschikte eventueel recht op WW of bijstand.