Meditatie: Ongevoelig
„… door de verharding huns harten; welke ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven…”
Efeze 4:18c, 19a
Erkent u niet dat de dagen van opwekking bijna geheel voorbijgegaan zijn? Dat de tijden waarin de Geest u levend wilde maken, ieder jaar zeldzamer en zeldzamer voor u worden? De sterfgevallen vermeerderen rondom u, maar zij spreken met minder kracht tot uw geweten. Ieder sacrament schijnt iets van zijn treffende kracht te verliezen. Iedere sabbat wordt droeviger en eentoniger.
Het is mogelijk waar dat u dit niet gevoelt. Het geweten komt ook in de toestand die de apostel noemt: „ongevoelig geworden zijnde” (Efeze 4:19). Maar indien er enige waarheid in de Bijbel en enige gelijkheid in de menselijke natuur is, dan deelt zij ons dit mee dat met iedere dag het onbekeerde hart zich meer en meer verhardt. Het is voor een prediker die de Heere liefheeft een van de treurigste tonelen, wanneer hij elke zondag zijn gemeente overziet die de getrouwe bedeling van het Goddelijk Woord ontvangt en nochtans zonder opwekking of indrukken heengaat, temeer omdat hij weet dat het onbekeerde hart dagelijks harder wordt.
Hoe duidelijk en hoe krachtig is dus hier de drangreden u nog heden tot God te bekeren. Heden bieden wij u al de voordelen aan die in Christus te vinden zijn: vergeving door Zijn bloed, aanneming door Zijn gerechtigheid, heiligmaking door Zijn Geest. Wanneer u deze verwerpt, dan zult u daardoor uw hart nog meer verstenen.
Robert Murray M’Cheyne,
predikant te Dundee
(”Leerredenen”, 1862)