Ondanks de twee schietincidenten, die zich enkele uren na elkaar voordeden, hervatten de Israëliërs en de Palestijnen de onderhandelingen die een uitweg uit de patstelling bij de kerk moeten opleveren. Een voorstel van de Palestijnen om de ruim 200 Palestijnse strijders uit de kerk naar de Gazastrook over te brengen, is formeel nog niet door Israël afgewezen, maar Israël heeft steeds gezegd hooguit bereid te zijn de mannen in ballingschap te laten gaan.

De burgemeester van Bethlehem, Hanna Nasser, zei na afloop dat het overleg geen doorbraak had opgeleverd, maar dat wel was overeengekomen dat tien tot vijftien jonge Palestijnen de kerk mochten verlaten. Ook mogen twee lichamen die al meer dan een week in de kerk liggen worden verwijderd, zei Nasser. De onderhandelingen zouden donderdag worden voortgezet.

Een paar uur na de eerste schietpartij gaven twee Palestijnen uit de kerk zich over door met de handen omhoog naar de Israëlische linies te lopen. Zij droegen burgerkleding, maar een Palestijnse journalist herkende hen als Palestijnse politieagenten. De twee zeiden ziek te zijn. Behalve de man in de Geboortekerk kwamen woensdag nog zeker zes Palestijnen door geweld om het leven.

Intussen gaat Israël door met de bouw van nederzettingen in de Palestijnse gebieden. Woensdag is op de Westelijke Jordaanoever een begin gemaakt met de bouw van de grootste nederzetting van 480 woningen, zo berichtte de Israëlische krant Yediot Ahronot.

De nederzettingen in de Palestijnse gebieden gelden als een van de grootste hindernissen op de weg naar vrede in het conflict tussen de Palestijnen en Israël. De bouw „in deze zware tijden, is het beste en sterkste zionistische antwoord op de campagne van geweld en terreur van de Palestijnse terroristen”, aldus de voorzitter van de nederzettingenraad van Elkana, Marcel Ganz. Premier Sharon zei dat onder zijn bewind de nederzettingen niet worden opgegeven.

De buitenlandcoördinator van de Europese Unie, Javier Solana, en de speciale gezant van de Unie voor het Midden-Oosten, Angel Moratinos, spraken woensdag met de Palestijnse leider Arafat in de stad Ramallah, die nog steeds door het Israëlische leger wordt belegerd. Solana zei „erg geschokt” te zijn over de situatie waarin Arafat zich bevindt. Hij voegde eraan toe niet te geloven dat de Israëlische belegering van het hoofdkwartier van Arafat „tot oplossing van welk probleem dan ook kan bijdragen.”

Premier Sharon zei dinsdag geen commissie van de Verenigde Naties te willen toelaten die onderzoek wil doen in het vluchtelingenkamp Jenin, waar een groot aantal Palestijnen is omgekomen tijdens Israëlische legeracties. Maar de Israëlische minister van Defensie, Ben Eliezer, zei woensdag dat de commissie welkom is. Hij voegde er wel aan toe dat er ook een onderzoek moet komen naar de Palestijnse zelfmoordaanslagen. VN-secretaris-generaal Kofi Annan zei te verwachten dat de commissie zaterdag aan de slag kan.

De hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN, Mary Robinson, zei woensdag dat zeker 217 Palestijnen zijn gedood en 498 gewond geraakt sinds de Israëlische legeracties drie weken geleden begonnen. Volgens Robinson gebruikten Israëlische militairen Palestijnen als menselijk schild bij het doorzoeken van huizen en bij het openen van verdachte pakketten. Door Palestijnse zelfmoordaanslagen zijn in totaal 62 Israëliërs gedood en 363 gewond geraakt, aldus Robinson.

De Egyptische president, Mubarak, haalde woensdag fel uit naar Israël. Hij beschuldigde het land van „staatsterrorisme” om het Palestijnse verzet tegen de bezetting te verpletteren. Ondanks deze scherpe kritiek wil Egypte zijn politiek van matiging en terughoudendheid voortzetten, aldus Mubarak.