Rodehond treft elf zwangeren
De epidemie van rodehond die al sinds september heerst in de kring van bevindelijk gereformeerden is nog niet voorbij. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) kreeg inmiddels elf meldingen van zwangere vrouwen met rodehond. Het totale aantal meldingen bedraagt tot nu toe 148. Het topje van de ijsberg, aldus deskundigen.
Sinds vorig jaar krijgt het RIVM meer meldingen dan normaal binnen van rodehond of rubella, de officiële naam van de aandoening. De kinderziekte is namelijk aangifteplichtig in het kader van de Wet op de infectieziekten.
Maar veel mensen gaan niet naar de huisarts met een kind dat rodehond heeft. Rode vlekjes in het gezicht, op het bovenlijf en de armen, wat verhoging en een lichte verkoudheid -de vorm waarin de aandoening zich meestal voordoet- vormen doorgaans geen reden voor een bezoek aan de dokter. Zo kan de aandoening ongemerkt voorbijgaan.
„En als moeders al met hun kind naar de arts gaan, dan nog zal hij niet snel denken aan rodehond omdat hij ervan uitgaat dat de meeste kinderen zijn ingeënt. Er zijn bovendien meer kinderziekten met rode vlekjes. Als de arts wel aan rodehond denkt, dan kan de aandoening in het laboratorium aangetoond worden. In de 148 gemelde gevallen is dat ook gebeurd”, zegt Annette de Boer van het RIVM.
Rodehond mag dan een onschuldige kinderziekte zijn, bij zwangere vrouwen die de aandoening vroeger niet hebben gehad, kan de ziekte wel ernstige gevolgen hebben voor het ongeboren kind. Deze aandoening staat bekend als het congenitaal rubella syndroom (CRS).
Het grootste risico loopt het ongeboren kind als de moeder tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap besmet raakt met het virus dat rodehond veroorzaakt. Er kan een miskraam optreden. Daarnaast is er een risico van meer dan 50 procent op aangeboren afwijkingen aan organen als hart, ogen en oren. „Hoe vroeger de besmetting tijdens de zwangerschap optreedt, hoe ernstiger doorgaans de orgaanbeschadigingen zijn”, aldus De Boer.
Ze wijst op de oogafwijking van prinses Christina. Deze is het gevolg van infectie met rodehond die haar moeder, koningin Juliana, doormaakte tijdens de zwangerschap.
Sinds 1974 worden meisjes gevaccineerd tegen rodehond en sinds 1987 meisjes én jongens. Inenting tegen rodehond is onderdeel van de BMR-vaccinatie die kinderen krijgen op de leeftijd van 14 maanden en als ze 9 jaar zijn. Sindsdien komt de ziekte nauwelijks nog voor in Nederland.
In september is er voor het eerst sinds vele jaren weer rodehond gesignaleerd. De epidemie is begonnen in Twente en heeft zich uitgebreid naar andere regio’s met een lage BMR-vaccinatiegraad. De meeste meldingen (13) zijn tot nu toe gekomen uit de regio Rijssen-Holten.
De Boer wijst erop dat er geen behandeling mogelijk is van kinderen of zwangeren die rodehond doormaken. Er zijn geen antistoffen voorhanden zoals bijvoorbeeld bij tetanus. Wie eenmaal rodehond heeft gehad, is levenslang immuun. Ook vaccinatie geeft een levenslange immuniteit. „Met vaccinatie wil je voorkomen dat vrouwen voor de eerste keer rodehond krijgen tijdens de zwangerschap.”
Meldingen op scholen dat er rodehond heerst, kunnen hun nut hebben. Tegelijk wijst De Boer erop dat vrouwen die voor de eerste keer zwanger zijn niet op scholen komen, maar wel allerlei sociale contacten onderhouden. „En een kind met rodehond is al een week voordat de rode vlekjes zich voordoen besmettelijk. Dus dan kun je elkaar er ook niet voor waarschuwen. De besmettelijkheid houdt aan tot een week na het verdwijnen van de uitslag. En ook kinderen zonder vlekjes zijn besmettelijk.”
Het RIVM heeft op de website een landkaart geplaatst met rode stippen in gebieden waar de kinderziekte het meest voorkomt. Daarnaast heeft de organisatie kaartjes opgenomen met stippen op plaatsen waar zich tijdens de laatste mazelenepidemie veel ziektegevallen voordeden en een kaartje waar het meest SGP wordt gestemd.
Is dat laatste niet stigmatiserend? De Boer: „Dat is niet onze bedoeling. Maar de keuze om niet te vaccineren, hangt wel samen met een bepaalde religieuze overtuiging. Mensen die zo’n keuze maken, stemmen vaak SGP. Dat zie je terug op de kaartjes.”
SGP-fractieleider Van der Vlies zegt geen politieke scène te gaan maken van de vergelijkingen die het RIVM maakt. „Maar gecharmeerd ben ik er niet van. Ze hadden net zo goed de kerkelijke kaart van Nederland erbij kunnen plaatsen. Binnen de SGP wordt verschillend gedacht over wel of niet vaccineren. Beide keuzes worden in onze achterban gemaakt.” Tegelijk stelt Van der Vlies zich verbonden te weten met het volksdeel dat zich niet laat vaccineren. „Daar schamen we ons niet voor.”