Dat schrijft de bewindsman in antwoord op kamervragen van Van der Vlies (SGP). Die had bij de minister navraag gedaan naar de beschieting van Nederlandse platviskotters door Franse vissers voor de kust van Duinkerken, eind vorige maand. Daarbij raakte een Zeeuwse kotter beschadigd.

Veerman bevestigt het bericht dat Franse vissers twee Nederlandse eurokotters hebben lastiggevallen binnen de Franse 12-mijlszone. „Naast het gooien met stenen en stukjes lood zou er door de Fransen naar verluidt ook zijn geschoten met een windbuks”, schrijft de bewindsman. De belaging van Nederlandse vissersschepen is niet nieuw. Begin vorig jaar vond een soortgelijk incident plaats, evenals vorige week vrijdag.

De Franse marine was ter plaatse toen de Zeeuwse schepen werden beschoten, maar greep niet in. Veerman weet niet waarom er geen actie is ondernomen. Zijn medewerkers hebben wel onmiddellijk contact opgenomen met de Franse visserijautoriteiten.

Die gaven toe dat de Nederlandse vissers „op volstrekt legale wijze” in de Franse kustwateren visten en dat het lastigvallen van vissers „niet acceptabel is.” De Fransen hebben beloofd dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen, schrijft Veerman.

Hij heeft naar aanleiding van de beschieting begin deze week een brief aan zijn Franse collega Bussereau gestuurd, waarin hij nog eens aandringt op actie van de kant van de Fransen. Daarnaast is er via de wederzijdse ambassades in Nederland en Frankrijk contact geweest, „om te onderstrepen dat Nederland deze ontsporingen ernstig neemt.”

Het Franse ministerie van Landbouw heeft inmiddels aangeboden via technisch overleg een oplossing te zoeken voor de soms botsende belangen van staand want- en sleepnetvisserij, schrijf Veerman. Hij zal de zaak binnenkort met zijn Franse college verder bespreken.