In Guantanamo zitten buitenlanders vast op verdenking van terroristische activiteiten. Het gaat om vermeende leden van het terreurnetwerk al–Qaeda of aanhangers van de Taliban, de door de Verenigde Staten verdreven voormalige machthebbers in Afghanistan. De detentie van deze groep is internationaal omstreden omdat de meesten zonder aanklacht vastzitten. Bovendien staan de VS niet toe dat de gedetineerden toegang hebben tot advocaten.

Minister van Defensie Rumsfeld, die volgens eerdere Amerikaanse mediaberichten graag af wil van de netelige kwestie–Guantanamo, heeft voor zijn plan steun gevraagd van onder meer Buitenlandse Zaken en andere departementen. Die staan doorgaans huiverig tegenover de transfer van gevangenen naar andere landen, zeker als de betrokkenen daar het risico lopen op mishandeling.

De inlichtingendienst CIA heeft overigens al vaker ’terreurverdachten’ naar derde landen gestuurd, volgens mensenrechtengroepen vooral omdat in naties als Jemen en Saoedi–Arabië er uiterst handhandig ondervraagd kan worden en er vervolgens geen haan naar kraait. The New York Times berichtte kortgeleden dat de CIA de transfers kan uitvoeren op eigen gezag, met goedkeuring van president Bush. Rumsfeld heeft steun van de andere betrokken departementen zoals Buitenlandse Zaken en Justitie nodig om zijn opzet succesvol uit te voeren.