IRA ontkent trainen rebellen in Colombia
Het Iers Republikeins Leger (IRA) ontkent betrokken te zijn geweest bij het trainen van linkse rebellen in Colombia of het doorgeven van kennis over de fabricage van bommen.
In een korte verklaring die woensdag werd uitgegeven, weerspreekt de groepering de conclusies van een onderzoekscommissie van het Amerikaanse Congres. Die stelde in een rapport dat eerder op de dag werd gepubliceerd dat de IRA deel heeft uitgemaakt van een internationale terreurcoalitie die Colombiaanse rebellen heeft getraind.
Zowel de IRA als Iraniërs, Cubanen, en mogelijk leden van de Baskische Afscheidingsbeweging ETA, hebben troepen van de FARC opgeleid in gebieden die in handen van de opstandelingen waren. Volgens Washington is de linkse FARC, die al 38 jaar de Colombiaanse overheid bevecht, een terreurorganisatie.
„Het is waarschijnlijk dat in het voormalige veilige gebied van de FARC, deze groepen technieken hebben uitgewisseld, hun terreurtechnieken hebben verbeterd, en opbrengsten uit drugshandel hebben aangewend om de Colombiaanse rechtsstaat aan te vallen”, aldus de commissie op haar website.
De IRA ontkende woensdag dat er leden naar Colombia zijn gestuurd om de guerrillastrijders van de FARC te trainen. „Wij willen duidelijk stellen dat de militaire raad niemand naar Colombia heeft gestuurd voor militaire training of samenwerking op welke manier en met welke groepering dan ook”, staat in de verklaring van de IRA.
„De afgelopen dagen is de kwestie rond de arrestatie van Ieren in Colombia opnieuw gebruikt door tegenstanders van het vredesproces in Noord-Ierland”, zo vervolgt de IRA. „Daarom zien we ons genoodzaakt onze positie opnieuw duidelijk te maken.”
Drie Ieren die ervan worden verdacht banden met de IRA te hebben, Niall Connolly, Martin McCauley en James Monaghan, zitten sinds 11 augustus vast in Colombia. Ze worden ervan beschuldigd de rebellen te hebben getraind in het gebruik van explosieven en gebruik te hebben gemaakt van valse papieren. De drie hebben de beschuldigingen ontkend en de IRA heeft gezegd niets met hen te maken te hebben.