Inlaat Veerse Meer draait op halve kracht
De ververskoker die het Veerse Meer van gezond water voorziet, draait al maanden op halve kracht. De stroming rond de inlaat beschadigt de bodembescherming in de Oosterschelde.
De zogeheten Katse Heule zit sinds juni in de Zandkreekdam, die het Veerse Meer afsluit van de Oosterschelde. De inlaat van zout water moet de stankoverlast en overmatige algengroei in het Veerse Meer tegengaan.
Kort na de ingebruikname van de doorlaatkoker bleek echter dat de bodem aan de kant van de Oosterschelde beschadigd raakte vanwege de sterke stroming. Volgens Rijkswaterstaat Zeeland draait de ververskoker nu sinds oktober op halve kracht.
Woordvoerder Edwin de Fijter zegt dat wel geprobeerd is om met noodreparaties de bodembeschermingslaag te repareren „maar dat was niet zo succesvol. Ik denk dat de stromingssterkte is onderschat. De bescherming beschadigde zo snel dat in het ergste geval het hele bouwwerk bij de inlaat had kunnen instorten.”
Volgens De Fijter wordt nu al maanden onderzocht hoe de bodembescherming, die bestaat uit een laag gestorte stenen, succesvol kan worden hersteld. „Het blijkt erg lastig te zijn om de stromingssnelheid te berekenen. Daarnaast wordt gezocht naar een goede manier om het steen zo sterk mogelijk te maken. Er valt te denken aan een laag gietasfalt of beton die de liggende stenen aan elkaar moet hechten.”
De Fijter stelt overigens dat de gezondheid van het water in het Veerse Meer sinds juni met sprongen vooruit is gegaan. „Dat ging veel sneller dan wij verwacht hadden. Wat dat betreft is het niet zo’n ramp dat de koker op halve capaciteit draait. Het is echter wel belangrijk dat hij zijn volle capaciteit kan halen.”
Het meer is sinds de afsluiting in het Deltaplan vele tientallen jaren zo goed als afgesloten geweest, wat het meer een ongezonde waterkwaliteit gaf.