Vakbonden voelen zich gesteund door een rapport over de reddingsoperatie voor KLM tijdens de coronapandemie. De Nederlandse staat eiste in ruil voor 3,4 miljard euro aan financiële steun dat werknemers van de luchtvaartmaatschappij een loonoffer zouden doen. De bonden waren woedend dat ze daar niet vanaf het begin over mee mochten praten, en onderzoekers van consultancybureau EY geven ze nu gelijk.
In hun evaluatierapport over de redding van KLM schrijft EY dat het inderdaad beter was geweest als de vakbonden eerder betrokken zouden zijn geweest bij gesprekken over een versobering van de arbeidsvoorwaarden.
„We hebben ons jarenlang moeten verweren tegen de publieke en politieke kritiek op onze opstelling. Wij waren ervan overtuigd dat de werkwijze alsook de inhoud van bepaalde voorwaarden van het toenmalige kabinet onjuist waren. Wij voelen ons met de conclusies van de externe evaluatiecommissie en ook EY gesteund”, schrijven de vakbonden VNC (cabinemedewerkers), VNV (piloten) en NVLT (grondmedewerkers). Ook De Unie en de Vereniging voor KLM Professionals onderschrijven het statement.
Vakbonden dienden eind 2020 een klacht in bij de International Labour Organization (ILO). Ze vonden dat de Staat zich met de eis tot loonmatiging onterecht had bemoeid met onderhandelingen tussen vakbonden en een werkgever over arbeidsvoorwaarden. Ook de VN-organisatie oordeelde bijna anderhalf jaar later dat de Staat de bonden eerder had moeten betrekken bij die gesprekken over een loonoffer.
Het kabinet vond dat dit oordeel geen juridische gevolgen had voor de geldigheid van voorwaarden aan het miljardenpakket. Maar KLM zelf voelde zich wel gedwongen meer tegemoet te komen aan cao-eisen van vakbonden.
Druk vanuit de Staat op groepen werknemers om in te stemmen met een versobering van de arbeidsvoorwaarden zorgde ook voor spanningen, schrijft EY. Het zou hebben geleid tot polarisatie en „bedreigingen richting werknemers en werknemersorganisaties.”