De oppositiepartijen kunnen uit hun hoofd zetten dat er nog veel te veranderen valt aan de zorgbegroting, waarschuwt de PVV. Dat kan alleen als alle vier de regeringspartijen het daarmee eens zijn, en dat ziet de grootste coalitiepartij niet gebeuren.
De PVV is niet tevreden met de plannen van de eigen minister Fleur Agema, geeft Kamerlid René Claassen toe. Hij is het met linkse oppositiepartijen eens dat bijvoorbeeld het eigen risico verder zou moeten worden verlaagd en marktwerking verder zou moeten worden teruggedrongen. Maar „ik geef u vast op een briefje dat dat vandaag waarschijnlijk niet zal gaan lukken”.
PVV, VVD, NSC en BBB hebben afgesproken dat tegenvoorstellen „moeten kunnen rekenen op een fatsoenlijke financiële onderbouwing”, zei Claassen in het Kamerdebat over de zorgbegroting. De regeringsfracties „kijken wel naar elkaar”, ook al namen ze zich voor om coalitie-Kamerleden en kabinet zelfstandiger te laten opereren.
CDA’er Harmen Krul kon niet geloven dat er echt instemming van vier partijen nodig zou zijn om iets te kunnen veranderen. Maar Claassen bleef erbij dat de neuzen dezelfde kant op moeten, zeker als het gaat om de financiën. Voor de ervaren bestuurderspartij CDA is zoiets nieuw, zei Krul, die dit een „ongezonde wurgconstructie” vindt. Hij hoopt niet dat een voorstel waar de PVV zich in kan vinden, zou sneuvelen alleen maar omdat coalitiegenoot VVD het er niet mee eens is.
Claassen zei tegen een bezorgde Mirjam Bikker van de ChristenUnie wel dat hij het als „zijn heilige plicht voelt” om binnen de coalitie te knokken voor verbeteringen in de zorg.