De Europese Centrale Bank (ECB) kan komende tijd waarschijnlijk doorgaan met het verlagen van de rente. Dat heeft president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) gezegd in gesprek met het ANP. Een concrete voorspelling voor het volgende rentebesluit wil hij niet doen, maar een nieuwe rentestap in december sluit hij zeker niet uit.
De ECB had de rente eerder verhoogd om de hoge inflatie te beteugelen, maar inmiddels is de situatie veranderd. De rente is dit jaar al verlaagd van 4 naar 3,25 procent. De beleidsbepalers hebben er volgens Knot „in toenemende mate vertrouwen in” dat de inflatie in de eurozone terugloopt richting de doelstelling van 2 procent. Knot denkt dat dit niveau weleens eerder bereikt kan worden dan gedacht. Dat komt door de zwakkere economische groei. „Dan kunnen wij de voet van de rem halen en de rente geleidelijk terugbrengen naar wat we het neutrale renteniveau noemen.”
Daarmee bedoelt hij een niveau dat de economie noch aanjaagt, noch afremt. Over welk rentepercentage het dan gaat, durft Knot bij de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) niet te zeggen. „Ik heb weleens gezegd ergens laag in de 2 procent. Preciezer kan ik het niet maken.”
Bij beleggers leeft de verwachting dat de ECB de rente eind 2025 heeft verlaagd naar 2 procent. „Dat zit aan de onderkant van mijn marge”, zegt Knot. „Pas als we onverhoopt - maar dat verwacht ik niet - richting een recessie zouden gaan en er zou een serieus risico ontstaan dat de inflatie blijvend onder onze doelstelling terechtkomt, dan zou je de rente sneller omlaag kunnen brengen.”
Hoewel een recessie in zijn ogen niet voor de hand ligt, is Knot wel teleurgesteld over de matige Europese consumptiecijfers van de laatste tijd. De inkomens zijn immers gestegen en de werkloosheid blijft laag. „Dit zijn factoren die normaal het herstel van de consumptie zouden inluiden. Waarom gebeurt het niet? Omdat er kennelijk een soort deken van onzekerheid over de economie van een aantal landen hangt. En ik heb het dan met name over Duitsland en Frankrijk.”
In Duitsland heeft de industrie het de laatste tijd moeilijk, terwijl Frankrijk zijn overheidsfinanciën op orde moet krijgen. „Als je bijvoorbeeld Duitsland zou weghalen uit de eurozonecijfers, dan ziet het er heel anders uit. In Zuid-Europa is gezonde groei. En in Nederland hebben we een paar kwartalen gekwakkeld, maar hadden we in het tweede kwartaal toch alweer 1 procent groei. Dat is ook heel behoorlijk.”