Kerk & religie

„Er is niets met jongeren aan de hand”

Wat is er met de jongeren aan de hand? Op die vraag zijn ten minste twee antwoorden mogelijk. Eén: niets. Twee, voor het oog iets realistischer: veel dat zorgen baart. Toch koos E. van Hell woensdag voor het eerste antwoord. „Met de jongeren is helemaal niets aan de hand.”

Kerkredactie
25 April 2002 09:25Gewijzigd op 13 November 2020 23:32
GOUDA - Ambtsdragers, leidinggevenden in het jeugdwerk en predikanten woonden woensdag in Gouda de studiedag ”Wat is er met jongeren aan de hand?” bij. De bijeenkomst was belegd door de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), de Jeugdbond van de Gereform
GOUDA - Ambtsdragers, leidinggevenden in het jeugdwerk en predikanten woonden woensdag in Gouda de studiedag ”Wat is er met jongeren aan de hand?” bij. De bijeenkomst was belegd door de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), de Jeugdbond van de Gereform

Zo’n 150 ambtsdragers, leidinggevenden in het jeugdwerk en predikanten waren woensdag naar Gouda gekomen om daar de studiedag ”Wat is er met jongeren aan de hand?” bij te wonen. De bijeenkomst was belegd door de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten (JBGG) en het Landelijk Contact Jeugdverenigingen (LCJ). Christelijke Hogeschool De Driestar diende als platform.

„Ik ben geen klagerig type, maar de organisatoren hebben mij niet het gemakkelijkste onderwerp opgegeven om over te spreken”, merkte dr. J. B. K. Lanser op. De kinder- en jeugdpsycholoog uit Lisse leverde woensdag het hoofdreferaat. „Wat is normaal voor jongeren tussen de 10 en 18 jaar? En wat is abnormaal? Het normale kan zich in deze leeftijdsfase op de vreemdste manieren manifesteren.”

Toch toonde Lanser zich bezorgd. „Hedendaagse jongeren groeien op in een hedonistische cultuur. Hoogste doel is: je lekker voelen. Lees de Viva maar, heel instructief.” Het ontbreekt hen echter, aldus de psycholoog, aan houvast. „En zij die in deze chaotische tijd meer dan ooit ijkpunten en richtinggevers zouden moeten zijn, verkeren zelf in de ban van twijfel en onzekerheid.”

Lanser pleitte voor duidelijke grenzen. „Tegen kinderen zeggen we: Niet bij de vijver komen, dan verdrink je. Maar zijn ze eenmaal vijftien jaar, dan doen we dat niet meer. Jongeren práten volwassen, dus zijn ze het in onze waarneming ook.”

Lanser, stellig: „Maar zo is het niet. Ze wéten misschien wel veel, maar hun kennis maakt nog geen deel uit van henzelf. Op deze manier verráden we onze jongeren. We zijn te bang. We deinen met hen mee in plaats dat we hen houvast geven. Alle dertig kinderen in de klas zeggen tegen hun ouders dat ze als eerste thuis moeten zijn. En wij geloven het.”

Ook A. Heystek, die een workshop verzorgde over het signaleren van problemen, bepleitte „een hek rond de vijver. Maar zet dat dan wel zo neer dat er ruimte overblijft om te experimenteren. Opvoeders kunnen de grenzen ook te strak trekken.”

Heystek, docent psychologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), gaf niet al te hoog op van de hulpverlening. „Weet u hoe hoog het percentage succesvolle behandelingen is? Dat is heel laag”, meldde hij. „De meeste jongeren hebben gewoon behoefte aan een luisterend oor. En dat kunt u hen net zo goed bieden”, hield Heystek zijn hoorders voor. „Ook u kunt goede vragen stellen. Pas als er na vier, vijf gesprekken nog geen sprake is van verbetering, is een beroep op de hulpverlening noodzakelijk.”

De aanwezigen konden woensdag twee van de zes workshops bijwonen. Thema’s waren, behalve probleemsignalering, onder meer pesten en jongerenpastoraat. Drs. J. A. Kok, als psychotherapeut en staffunctionaris verbonden aan Eleos, belichtte het thema misbruik. Ze waarschuwde voor „de valkuil” om in het pastoraat rond incest partij te kiezen. „Zeg je iets ten gunste van de ene partij, dan is een gesprek met de andere nauwelijks meer mogelijk.” Kok adviseerde om bij vragen over deze problematiek gebruik te maken van het wekelijkse pastoresspreekuur van Eleos.

Wat is er met de jongeren aan de hand? Voor E. van Hell, directeur van stichting Ontmoeting, was het antwoord duidelijk. Helemaal niets. „Natuurlijk, op het eerste gezicht is er terdege wel iets met hen aan de hand. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau kampt 10 tot 15 procent met ernstige problemen. Jaarlijks worden 10.000 jongeren mishandeld; sterven er 40; lopen er 30.000 van huis weg en raken er 10.000 tot 15.000 dakloos.”

En toch is er niets met hen aan de hand, zei Van Hell. „Jongeren groeien op in dezelfde gebroken wereld als wij. Dat is zeker. En even zeker is het dat er Eén is Die daar zit op de troon. Hij weet precies wat hier beneden gaande is. Het loopt Hem niet uit de hand. Vanzelf, God werkt middellijk. Jongeren zijn aan onze zorgen toevertrouwd. Wij moeten onze schouders onder dit werk zetten, ootmoedig en verwachtend. Maar het welbehagen des Heeren zal door Christus’ hand gelukkiglijk voortgaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer