Gods wegen en werken met betrekking tot Zijn kinderen zijn alleen liefde. Desondanks zijn het dikwijls wegen van donkerheid en diepe verborgenheid, waar men niet kan inzien, noch kan doorzien. Het zijn wegen die de Heere op een bijzondere wijze dienstbaar maakt tot Zijn roem en heerlijkheid, hoewel het onverstand en de verdorvenheid van de mens er vaak aanstoot aan nemen.Hiervan zien we een voorbeeld in koning David. God had hem tot koning over Israël laten zalven. Maar door welke diepe wegen leidde hem de Heere om daartoe te komen. Met veel beproevingen had hij te worstelen om in zijn geloof geoefend te worden tot verheerlijking van God en tot zijn eigen zaligheid. Dat zien we in zijn psalmen.

Zo ging het ook met de man Gods Job. Door welke diepte van ellende moest hij niet geleid worden om bekwaam gemaakt te worden om voor het nageslacht een heerlijke getuige der zaligheid te zijn. Hoe wonderlijk is God daarin verheerlijkt.

Waarom de Heere deze wegen met Zijn kinderen zo gaat? Hij wil hierin tonen dat Hij soeverein is en niet door menselijk verstand doorgrond kan worden. God wil door Zijn schepsel als een soeverein God geëerd en gekend worden. Wie zal zeggen: Wat doet Gij? Onze God is in de hemel en Hij doet al wat Hem behaagt. Hij toont in deze verborgen handelingen Zijn Goddelijke wijsheid, ver boven mensenverstand.

Jacobus Koelman, predikant te Sluis. (De droeve toestand van Nederlands kerk, 1680)