Volgens Elzinga zijn de FNV-leden nu aan zet, aangezien het akkoord van het ministerie, de vakbonden en werkgevers nu aan de achterban wordt voorgelegd.

Voordat de bonden, het kabinet en werkgevers weer in gesprek gingen over een permanente regeling, organiseerden vakbonden een aantal stakingen. Onder andere streekvervoerders en de NS kregen te maken met werkonderbrekingen.

Dat de bonden nu instemmen met een nieuwe zwaarwerkregeling, komt onder meer doordat het ministerie van Sociale Zaken niet langer dreigt zelf in te grijpen als het aantal mensen dat er gebruik van maakt te snel oploopt. In plaats daarvan is afgesproken dat de partijen in dat geval samen om tafel gaan om te kijken of bijsturing nodig is. FNV sprak eerder van een „quotum”, maar daar is volgens het ministerie nooit sprake van geweest.

Ook is de vakbond blij dat er geen maximaal salaris komt waarboven werknemers geen aanspraak meer kunnen maken op een vroegpensioen. Verder wordt de regeling permanent en bepalen werknemers en werkgevers bij cao-onderhandelingen wat precies onder zwaar werk valt. Dit waren ook belangrijke wensen van de vakbeweging.

Met de nieuwe Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU) ligt er volgens Van Hijum een breed pakket aan afspraken, die zowel oplossingen bieden aan mensen die niet gezond kunnen doorwerken tot hun pensioen als voor de vergrijzing en arbeidsmarktkrapte.

FNV-bestuurder Piet Rietman denkt dat minder mensen straks gebruik kunnen maken van de vroegpensioenregeling omdat die meer is toegespitst op zware beroepen. „Maar ik denk dat bijvoorbeeld meer schoonmakers en bouwvakkers er gebruik van gaan maken dan voorheen”, zegt hij. In het akkoord is afgesproken dat werkgevers tot 300 euro extra per maand belastingvrij kunnen uitkeren aan werknemers. Dat maakt het voor mensen met zware beroepen aantrekkelijker om vervroegd met pensioen te gaan dan onder de huidige regeling, die tot eind volgend jaar loopt.

Of en hoeveel mensen dat bedrag krijgen, zal afhangen van afspraken die bij cao-onderhandelingen worden gemaakt, aldus Rietman. „Financieel is het wel ruimer. We moeten het gewoon in de praktijk gaan zien.”