Intel daalt op Wall Street na onzekerheid rond bod Qualcomm
Chipproducent Intel behoorde woensdag tot de dalers op de aandelenbeurzen in New York. Persbureau Bloomberg meldde op basis van ingewijden dat branchegenoot Qualcomm waarschijnlijk wacht tot na de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november voordat het een besluit neemt of het een overnamebod op Intel wil uitbrengen. Qualcomm benaderde Intel in september al voor een mogelijke vriendschappelijke overname.
Qualcomm zou mogelijk willen wachten tot na de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president in januari voordat het een besluit neemt, gezien de complexiteit van een mogelijke deal met Intel en de mogelijke impact die de toekomstige regering op de relatie met China zal hebben. Een samenvoeging van de twee grote Amerikaanse chipbedrijven moet namelijk streng worden onderzocht door de toezichthouders in de VS en ook in China, een belangrijke markt voor zowel Qualcomm als Intel. Intel zakte ruim 2 procent en Qualcomm verloor 1 procent.
De algehele stemming op Wall Street bleef voorzichtig, na de verliesbeurt een dag eerder. De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening van de markt 0,1 procent hoger op 42.758 punten en de brede S&P 500-index zakte een fractie tot 5813 punten. Beide graadmeters sloten aan het begin van de week nog op nieuwe recordniveaus. De Nasdaq verloor 0,1 procent tot 18.287 punten. De techgraadmeter zakte een dag eerder 1 procent door de zware koersverliezen in de chipsector die volgden op een teleurstellend kwartaalbericht van ASML.
Morgan Stanley schoot 6 procent omhoog. De zakenbank boekte afgelopen kwartaal meer omzet en winst dan verwacht. Vooral op het gebied van de begeleiding van beursgangen, overnames en fusies en de uitgifte van schuldpapieren deed de bank goede zaken.
United Airlines was ook gewild en won 7,5 procent. De luchtvaartmaatschappij boekte afgelopen kwartaal meer winst dan voorzien. Ook gaat het concern voor 1,5 miljard dollar aan eigen aandelen inkopen om aandeelhouders te belonen. De laatste keer dat United aandelen inkocht was voor de coronapandemie.
De euro was 1,0893 dollar waard, tegen 1,0905 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,7 procent minder op 70,54 dollar. Brentolie werd 0,4 procent duurder op 74,21 dollar per vat.