De incidenten met de wolf en het daaropvolgende noodbevel leidden tot „veel vragen, zorgen en angst in de richting van de gemeente, sterk gevoed door onduidelijkheid en gevoelens van onzekerheid”, schrijft Bouwmeester. „Vragen over de wolf konden we voor een deel niet beantwoorden en ook zorgen konden we niet wegnemen omdat wij niet het bevoegd gezag zijn, zelf ook werden overvallen door de situatie en veel vragen hadden.” Het ontbreken van duidelijk beleid vanuit de overheid werd in Leusden ervaren als „een groot gemis”.

De burgemeester vraagt de staatssecretaris daarom om met een handelingskader te komen met maatregelen en financiële middelen voor situaties zoals die in Leusden. Het is volgens hem van groot belang dat dat er nog dit jaar komt, „omdat een situatie zoals in Leusden zich volgend jaar kan herhalen en dan willen wij niet weer overgaan tot het uitvaardigen van een noodbevel”. Dat moet een uitzondering zijn „en is absoluut geen instrument/middel voor de gemeente om wolvenbeleid te realiseren”, aldus Bouwmeester. „Wolvenbeleid moet immers verder gaan dan de gemeentegrenzen van Leusden en behoort niet tot de bevoegdheden van de gemeente.”