Dat coalitiepartijen zich over de „dragende motivering” buigen voor gebruik van het staatsnoodrecht, zoals asielminister Marjolein Faber dinsdag zei, wordt door die partijen tegengesproken. „Ik heb niets gezien”, zei VVD-leider Dilan Yeşilgöz. De dragende motivering is af, zei Faber, en „in onderhandeling” waar de fractievoorzitters bij zitten. Maar de fracties van VVD, NSC en BBB zeggen van niets te weten.
„Nee, het zou wel fijn zijn eerlijk gezegd na twee maanden dat we wachten op degelijke wetgeving”, haalde Yeşilgöz uit naar de PVV-minister. „Ik weet niet waar het over gaat.” De VVD-voorvrouw noemt het „belangrijk dat het snel komt”. Overigens zei Yeşilgöz sowieso niet te verwachten dat de coalitiepartijen zullen onderhandelen. „Onderhandelingen? Ik ga er vanuit dat het gewoon degelijke wetgeving is wat straks door de Kamers kan en dat we kunnen zorgen dat we echt grip krijgen.”
„Ik wacht af”, zei BBB-leider Caroline van der Plas via WhatsApp. „Mogelijk komt het vandaag naar ons toe, maar tot nu toe nog niets gezien.” Coalitiepartij NSC heeft eveneens geen dragende motivering gezien, en weet niets van onderhandelingen.
Het gebruik van het staatsnoodrecht om geldende wetten buiten werking te stellen en zo strengere asielmaatregelen te nemen, leidt tot grote onenigheid binnen de coalitie. De PVV is fel voorstander van een noodwet om snel strenger asielbeleid te voeren. NSC, dat campagne voerde op goed bestuur, denkt dat er geen rechtvaardiging is voor zo’n verregaande stap. De partijen staan lijnrecht tegenover elkaar, en het is maar de vraag of de regeringscoalitie eruit komt. Volgende week moet de noodwet in de ministerraad worden besproken.