Honderden pluimveebedrijven in Nederland dreigen failliet te gaan als gevolg van het mestplan van landbouwminister Femke Wiersma, waarschuwt Bart-Jan Oplaat, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP). Volgens hem worden boeren door de voorgenomen maatregelen juist verder in de problemen geduwd.
De problemen draaien om het stapsgewijs afbouwen van een uitzonderingspositie binnen de Europese Unie, waardoor boerenbedrijven voorheen meer mest mochten uitrijden. Nu deze zogeheten derogatie verdwijnt, is er een overschot aan mest. „Er is te weinig land, of een teveel aan koeien”, stelt Oplaat.
De maatregelen zijn bedoeld om het grondwater te beschermen. „Maar pluimveemest komt nauwelijks op Nederlandse bodem terecht. De rundveesector weet heel goed dat het probleem bij hen ligt”, zegt de voorzitter. Volgens hem wordt het grootste deel van de pluimveemest gebruikt in een biomassacentrale in Moerdijk, waar het wordt omgezet in groene stroom. Daarnaast wordt pluimveemest verwerkt tot korrels, die dienen als organische meststof voor onder andere de Franse wijngaarden.
De NVP voorziet dat als het mestplan niet wordt aangepast, de melkveehouderij met volle mestputten blijft zitten en dat er in 2025 „een debacle” dreigt. Dinsdag wordt er gestemd in de Tweede Kamer over de plannen.
Marktbureau DCA Market Intelligence becijferde eerder deze maand dat melkvee- en varkensbedrijven de afgelopen maanden te maken hadden met een forse stijging van de kosten voor het afvoeren van mest. In de afgelopen weken zijn die zelfs tot recordhoogte gestegen. Deze stijging komt voornamelijk door aangescherpte Europese mestregels, die volgend jaar nog strenger zullen worden. In een debat in de Tweede Kamer gaf NSC-Kamerlid Harm Holman onlangs aan dat veehouders vanaf volgend jaar jaarlijks 600.000 vrachtwagens mest niet kwijt kunnen, als gevolg van aangescherpte regelgeving.