Gebed voor heel de samenleving
Een dag van afzondering. Zo wordt de biddag voor gewas en arbeid vaak genoemd. Christenen komen dan bijeen om al hun noden „met bidden en smeken” bekend te maken bij God. Ook al is Hij volmaakt op de hoogte van hetgeen we nodig hebben, toch wil de Heere dat mensen Hem vragen om vervulling van hun behoeften. Luther noemde bidden „het vak” van christenen.Veel van die dingen komen ook op andere momenten aan de orde. Persoonlijke zorgen hebben hun plaats in het dagelijkse gebed. Bijzondere noden van ziekten en rouw in gezinnen en kerkelijke zaken worden genoemd in het gebed tijdens de zondagse erediensten.
Vanaf de vroege kerkgeschiedenis kent de christelijke gemeente het gebruik om in moeilijke tijden een aparte bede- en boetedag te houden. Daarbij ging het vooral om omstandigheden op seculier terrein: oorlog, honger en rampen. Dat gebruik hebben de reformatorische kerken overgenomen. De Nationale Synode van Dordrecht bepaalde dat bij volksrampen een dag van vasten en bidden zou worden gehouden.
Biddagen werden in de zeventiende en de achttiende eeuw uitgeschreven door de landelijke of provinciale overheden. In de brieven die de landsbestuurders dan verzonden, noemden zij de concrete aanleiding en de punten die tijdens deze biddagen centraal moesten staan. En vrijwel altijd ging het dan om nationale, maatschappelijke nood.
Ook al schrijft het kabinet vandaag de dag -helaas- geen biddagen meer uit, toch heeft het gebruik uit vroeger eeuwen ons wat te zeggen. Juist op de dag van afzondering die veel kerken vandaag houden, verdient de nood van ons land en van de wereld een belangrijke plaats.
De meer eigentijdse naam ”biddag voor gewas en arbeid” wijst op de overtuiging dat ons werk, ons bedrijfsleven niet zonder Gods zegen kan. Dat besef is in onze maatschappij nauwelijks meer aanwezig. De economische vooruitzichten worden vooral gerelateerd aan zaken als de olieprijzen, het consumentenvertrouwen en de aandelenkoersen. Maar de laatste jaren hebben aangetoond dat dit onzekere ijkpunten zijn.
Dat geeft juist in tijden van teruggang en bezuinigingen, zoals we die nu beleven, een groot gevoel van onzekerheid. Zelfs nu economen de laatste maanden weer enkele hoopgevende voorspellingen doen. Zij zijn ook slechts profeten die brood eten. Het vast betrouwen op God biedt meer houvast. Om Zijn zegen op onze arbeid mag vandaag gebeden worden.
Maar er is meer. Grote maatschappelijke onrust en verwarring houden onze samenleving in de greep. Er is sprake van verharding. Onder christenen groeit de zorg over onverdraagzaamheid. Bij velen leeft angst voor de opmars van de islam. De internationale politieke situatie is er niet veiliger op geworden.
Het meest verontrustend is echter de voorthollende secularisatie. Althans, dat zou deze moeten zijn! Velen -ook onder kerkleden- zijn er inmiddels aan gewend dat het moderne heidendom een zwaar stempel drukte op onze samenleving.
De Koningin, Balkenende, Bush, Irak, de slachtoffers van de tsunami en de hongerende Sudanees verdienen juist ook vandaag een plaats in het gebed in de binnenkamer en op de kansel. En zeker ook de miljoenen medelanders die zonder God voortleven. Vanuit bewogenheid over onze samenleving, waar we zelf volledig deel van uitmaken.
Dat betekent ook dat kerkgangers die vandaag onder een biddagpreek zitten, voluit beseffen medeverantwoordelijk te zijn voor en schuldig te staan aan het verval. Om die reden is het vandaag niet alleen biddag maar ook boetedag.