De ACM zegt meldingen over Rabobank te hebben gekregen van meerdere betaalinstellingen. Dat zijn bedrijven die ervoor zorgen dat klanten in winkels op meerdere manieren kunnen betalen of internationale overboekingen voor particulieren mogelijk maken. Om deze diensten te kunnen verlenen hebben ze een bankrekening nodig, maar een aantal van hen kon dat niet bij de Rabobank. Dat kwam door financiële eisen die de ACM „onnodig” noemt, zoals hoge omzetdrempels. Ook zouden aanvragen van betaalinstellingen „on hold” zijn gezet.

Jonge bedrijven die de concurrentie willen aangaan met gevestigde betaalbedrijven dreigden daardoor op achterstand te worden gezet. Dat is opvallend, omdat juist banken zelf grote spelers zijn op de betaalmarkt. Inmiddels heeft Rabobank de drempels weggenomen.

„Nieuwe betaalinstellingen moeten kunnen toetreden tot de betaalmarkt. Dat stimuleert concurrentie op de betaalmarkt en dat zorgt voor meer innovatie en meer keuzemogelijkheden voor consumenten en voor winkeliers”, stelt ACM-bestuursvoorzitter Martijn Snoep. De toezichthouder waarschuwt ook andere banken dat ze aan de nieuwe Europese richtlijn moeten voldoen.

Dat bepaalde betaaldienstverleners een tijdlang niet als klant konden toetreden, wijt Rabobank aan wettelijke verplichtingen om witwassen tegen te gaan. Banken moeten nagaan waar het geld op hun rekeningen vandaan komt en waar het naartoe gaat, dus ook van betaaldienstverleners. In de periode 2022 en 2023 trof Rabobank maatregelen om die controle aan te scherpen en daardoor konden betaalinstellingen geen klant worden, zegt een woordvoerder.

De woordvoerder bevestigt dat Rabobank de volgens ACM belemmerende voorwaarden voor betaalinstellingen heeft aangepast. Daarover zijn betaalbedrijven die eerder een aanvraag hadden gedaan ingelicht, laat de bank weten.