Kamerleden willen dat Uitermark meer doet voor de rechtstaat
Kamerleden van oppositiepartijen als D66, Volt, ChristenUnie en SP vinden dat minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken) meer moet doen in het kabinet om de rechtstaat te beschermen. De bewindsvrouw moet het zich aantrekken dat de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) in een rapport zware kritiek uit over de rechtstatelijkheid van de kabinetsplannen, vinden zij. „Het is volgens mij geen rapport waarmee we vroeger zouden zijn overgegaan”, aldus Joost Sneller van D66.
De minister weigert uitgebreid te reageren op het donderdag verschenen rapport. Ze heeft namelijk de kans nog niet gehad om dit te bestuderen.
„Dit kabinet is eigenlijk schizofreen”, vindt Michiel van Nispen (SP). „Deze minister heeft een prachtig verhaal over de rechtstaat en ook goede ideeën, ik heb haar daar ook voor geprezen. Maar voor ons geen applaus voor goede woorden, het gaat ons om de daden.” De afspraken die de coalitiepartijen tijdens de formatie hebben gemaakt om de rechtstaat te beschermen - op aandringen van Uitermarks partij NSC - staan volgens hem „haaks” op veel voorstellen in het regeerprogramma.
Daarop aansluitend vroeg het SP-Kamerlid aan Uitermark of ze haar „rug recht” zal houden in de discussie met asielminister Marjolein Faber over de asielnoodwet en de rechtstatelijkheid daarvan. Op aandringen van het NSC-smaldeel is in het kabinet afgesproken dat het noodrecht hierbij alleen zal worden ingezet als dat ‘dragend gemotiveerd’ kan worden in de ministerraad. „Houd ik mijn rug recht? Ja, natuurlijk houd ik mijn rug recht”, luidt het antwoord van Uitermark op de vraag van Van Nispen.
