Veengebied beetje vernatten helpt natuur niet volgens onderzoek
De natuur in veengebieden herstellen zonder dat boeren daar last van hebben, blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Een experiment in Friesland waarbij het grondwaterniveau werd verhoogd, maar op zo’n manier dat koeien konden blijven grazen en de boer met zijn trekker over de grond kon blijven rijden, heeft volgens onderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen de biodiversiteit niet vooruitgeholpen. Ook de waterkwaliteit verbeterde niet door gebieden op deze voorzichtige manier wat te ‘vernatten’.
In het experiment werd op drie verschillende manieren het waterniveau onder de grond verhoogd. Daartoe werden bijvoorbeeld waterbuizen en smalle greppels aangelegd. De vraag was of hierdoor bijvoorbeeld planten die eerder in de gebieden voorkwamen, zouden terugkomen. Ook onderzochten de wetenschappers of de voedingsstoffen in de bodem beter in balans kwamen. Dat bleek allemaal niet te gebeuren. Daarmee is de conclusie dat de experimentele maatregelen „niet lijken te werken”.
Veengebieden en moerassen zijn in Nederland massaal drooggelegd, vooral voor de landbouw en veehouderij. Nu duidelijk is dat deze aanpak niet werkt, pleit ecoloog Tom Heuts voor verdergaande maatregelen. „Dat moeten we samen met de boeren doen: een deel van hun land gebruiken om te vernatten, kan waarschijnlijk ook helpen”, denkt hij. Dat moet dan dus niet halfslachtig gebeuren.
De Radboud Universiteit concludeerde in eerder onderzoek al dat bepaalde planten goed groeien op vernatte veengronden. Die planten halen ook schadelijke stoffen uit het water.