Afvalbranche daagt Staat voor rechter om lachgasafval
Gemeenten en publieke afvalinzamelaars starten een bodemprocedure tegen de Staat om (financiële) steun af te dwingen voor het inzamelen van lachgascilinders. Dat meldt de Koninklijke Nederlandse vereniging voor afval- en reinigingsdiensten (NVRD). De partijen willen de Staat aansprakelijk stellen voor „de schade en risico’s die gemeenten en publieke afvalinzamelaars lijden door de invoering van het lachgasverbod”.
De branche heeft half september een laatste brief gestuurd naar het kabinet en kondigde toen aan over te gaan tot een rechtszaak als een „passend antwoord” uit zou blijven. „Lang is er de hoop geweest om als sector in samenwerking met ministeries tot een oplossing te komen”, aldus de NVRD. „Concrete hulp blijft echter uit, waardoor de situatie uitzichtloos is geworden. Het starten van de bodemprocedure is een uiterste maar noodzakelijke maatregel.”
Lachgas is sinds januari 2023 verboden, en daarmee is ook het statiegeld vervallen dat vaak 30 euro per tank bedroeg. Hierdoor worden cilinders niet meer ingeleverd, maar treft de afvalsector ze aan in de openbare ruimte, op de milieustraat en in het restafval. In de openbare ruimte en op de milieustraat gaat het jaarlijks om ruim 380.000 cilinders, meldt de NVRD. Het aantal lachgascilinders in het restafval lijkt volgens de vereniging op te lopen tot ruim 225.000 per jaar.
Volgens de branchevereniging lopen de extra kosten voor het verwijderen van de cilinders uit het afval en de openbare ruimte in de miljoenen. Gemeenten moeten dit bekostigen uit algemene middelen of inwoners ervoor laten opdraaien via een verhoging van de afvalstoffenheffing. „Natuurlijk zijn ook wij geen voorstander van het gebruik van lachgas. We begrijpen de aanleiding voor een verbod”, zegt NVRD-directeur Wendy de Wild. „We vinden echter dat gemeenten niet eenzijdig mogen opdraaien voor de onvoorziene gevolgen, die disproportioneel zijn. De veiligheid van onze mensen is dagelijks een grote zorg. De kosten rijzen de pan uit. Dit is gewoon niet houdbaar.”