Google-moeder daalt licht op Wall Street na dreiging opbreking
Alphabet is donderdag licht gedaald op de beurs in New York. De Amerikaanse justitie overweegt om het moederbedrijf van Google via de rechter te dwingen om bepaalde delen van het bedrijf af te stoten. Het gaat hierbij om belangrijke onderdelen zoals de Chrome-browser en het Android-besturingssysteem. Google zou deze onderdelen gebruiken om een illegaal monopolie op onlinezoekopdrachten in stand te houden. Het aandeel verloor 0,2 procent.
De algehele stemming op Wall Street was terughoudend, na de winstbeurt een dag eerder. De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening van de markt 0,2 procent hoger op 42.168 punten. De brede S&P 500-index steeg 0,1 procent tot 5755 punten en techgraadmeter Nasdaq daalde een fractie tot 18.175 punten.
Dinsdag steeg de Nasdaq nog 1,5 procent door stevige koerswinsten van grote chip- en techbedrijven als Nvidia, Apple, Meta, Alphabet en Microsoft.
Boeing won 2,4 procent. De vliegtuigbouwer en vakbond IAM zijn er niet in geslaagd om tot een overeenkomst te komen. Boeing heeft zijn loonaanbod voor de ongeveer 33.000 stakende fabrieksmedewerkers ingetrokken en verklaarde dat er geen verdere onderhandelingen met de vakbond gepland staan. De fabrieksmedewerkers legden op vrijdag 13 september het werk neer uit onvrede over het cao-bod van Boeing. Volgens financieel directeur Brian West brengt de werkonderbreking het herstel van de vliegtuigmaker in gevaar.
Arcadium Lithium werd ruim 30 procent meer waard. Mijnbouwconcern Rio Tinto bevestigde de lithiumproducent over te nemen voor ongeveer 6,7 miljard dollar. Eerder deze week werd al gemeld dat de bedrijven overnamegesprekken voerden.
Beleggers wachten ook op de notulen van de vorige rentevergadering van de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank besloot tijdens die vergadering de rente met een forse stap van een half procentpunt te verlagen om de economie te ondersteunen. Beleggers hopen dat de Fed in de aantekeningen hint op meer renteverlagingen dit jaar.
De euro was 1,0957 dollar waard, tegen 1,0972 dollar een dag eerder. De olieprijzen daalden opnieuw. Een vat Amerikaanse olie kostte 2 procent minder op 72,16 dollar. Brentolie werd 1,9 procent goedkoper op 75,72 dollar per vat.