Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aandeel slachtoffers van geweldsdelicten is in de periode 2002-2004 licht gedaald tot 5 procent.

Het percentage slachtoffers van veelvoorkomende criminaliteit komt neer op 3,3 miljoen personen, die te maken kregen met ruim 4,7 miljoen misdrijven. Dit is bijna even veel als het jaar daarvoor, maar lager dan in 2002. Toen bereikte het aandeel slachtoffers het hoogste niveau van de afgelopen jaren: 27 procent.

Ruim 5 procent van de bevolking kreeg in 2004 te maken met geweld. Bedreiging komt het meest voor, gevolgd door mishandeling en seksuele misdrijven. In totaal ging het om bijna 1 miljoen geweldsincidenten. In 2002 was 6 procent van de bevolking slachtoffer van enige vorm van geweld.

Andere vormen van veelvoorkomende criminaliteit bleven in 2004 op hetzelfde niveau als het jaar daarvoor. In het steekproefonderzoek van het CBS, waarbij circa 10.000 mensen van 15 jaar en ouder zijn ondervraagd, gaf 12 procent aan te zijn bestolen. Ruim 11 procent kreeg te maken met beschadigingen aan de auto en andere vernielingen.

Bijna 600.000 personen zijn lastiggevallen met „kwaadwillige telefoontjes”, aldus het CBS. Dit verschijnsel beleefde zijn piek in 1997; toen kregen zo’n 900.000 inwoners vervelende telefoontjes. Vanaf 1997 daalde dit aantal geleidelijk en sinds 2002 is het stabiel gebleven.