Expert: samenwerking nodig voor snellere bouw fabriekswoningen
De versnipperde markt voor kant-en-klare woningen moet meer samenwerken om het aantal fabriekswoningen in Nederland op te krikken. Dat zegt sectorspecialist Jan van der Doelen van ING. Hij ziet in dit soort woningen die op de bouwplaats alleen in elkaar hoeven te worden geschroefd een goede oplossing voor de grote woningopgave in Nederland.
Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen is in de eerste zes maanden van dit jaar gezakt naar het laagste niveau sinds 2018, maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eind september bekend. Van der Doelen denkt dat momenteel 15 procent van de nieuwe woningen uit een fabriek komt. „De bedoeling is dat dat meer wordt en niet minder, want we moeten versnellen en betaalbaar bouwen. Industriebouw is daar een antwoord op.”
Volgens de econoom zijn er ongeveer vijftig bedrijven actief in het zogeheten industriebouwen, waarbij delen van woningen of soms zelfs bijna hele woningen in de fabriek in elkaar worden gezet met machines. De grootste partijen kunnen maximaal 2000 tot 4000 woningen per jaar uit de fabriek laten komen.
Maar het aantal gebouwde kant-en-klare woningen uit fabrieken blijft achter, omdat met de industrialisatie flinke investeringen gepaard gaan, legt Van der Doelen uit. Veel bedrijven durven er daarom niet aan. „Investeren in combinatie met een bouwbedrijf is niet altijd een gewenste combinatie. Bouwers moeten kunnen meebewegen met een volatiele markt. Als de omzet lager wordt, moet je met je kosten kunnen meebewegen, maar wanneer je investeert, blijven je kosten op een hoger niveau.”
De overheid kan een faciliterende rol spelen, maar vooral de bouwers, projectontwikkelaars en investeerders moeten de handen ineenslaan om „samen plannen te smeden om dit groter te maken dan het nu is”, denkt de econoom.
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) stelde vorig jaar in een rapport dat fabriekswoningen maar beperkt inzetbaar zijn, omdat het met de bouwtijd die het scheelt en de bespaarde arbeidskosten wel mee zou vallen. De voorbereiding is bij fabriekswoningen inderdaad heel anders en kost ook tijd, beaamt Van der Doelen. Toch denkt hij dat met name woningbouwcorporaties er baat bij kunnen hebben als ze dit soort woningen kunnen gebruiken. Die moeten veel extra woningen bouwen en het voor hun doelgroep betaalbaar houden.