Meditatie: Straf mij niet
„O HEERE, straf mij niet in Uw toorn en kastijd mij niet in uw grimmigheid.”
Psalm 6:2
Om de inhoud van deze psalm duidelijk te maken, zijn er wel enkele punten waar we speciaal op moeten letten. In de eerste plaats: in alle lijden en tegenspoed moet de mens allereerst tot God de toevlucht nemen en wat hem ook overkomt, aanzien als door God gezonden en het uit Zijn hand aannemen. Het mag geen verschil maken of het door de duivel of door mensen veroorzaakt is. De profeet doet hier ook zo. Wel spreekt hij in deze psalm over zijn lijden, maar hij neemt toch eerst de toevlucht tot God. Het lijden neemt hij niet van hen aan, maar uit de hand van God. Alleen op deze manier toch wordt men geduldig en godvrezend. Wie echter de mensen erop aanziet en het niet uit de hand van God aanvaardt, die wordt ongeduldig en veracht God.
In de tweede plaats: God heeft twee manieren om te straffen. De ene manier is dat Hij straft in genade, als een vriendelijke Vader en maar voor een tijd. De andere is dat Hij dat doet in toorn, als een strenge Rechter en dan voor eeuwig. Als God de mens aanraakt, dan is de menselijke natuur zwak en angstig; ze kan eerst niet weten of God haar uit toorn of uit genade aanraakt**.** En omdat ze vreest voor de toorn begint ze te roepen: „Ach God, straf mij niet in Uw toorn.”
Maarten Luther,
reformator te Wittenberg
(”De zeven boetpsalmen”, 1525)
Maarten Luther wordt geboren op 10 november 1483 in het Duitse Eisleben. Als augustijner monnik krijgt hij steeds meer moeite met de leer van de kerk. Luther publiceert op 31 oktober 1517 in Wittenberg zijn 95 stellingen tegen de aflaathandel. De reformator vertaalt de Bijbel in het Duits en schrijft tal van preken en boeken. Hij overlijdt op 18 februari 1546 in Eisleben.