Nabestaanden van mensen die zijn omgekomen tijdens de razzia van Putten in oktober 1944, zeggen terug te kijken op een bijzondere herdenking van de razzia in Putten. Daarbij was dit jaar ook koning Willem-Alexander aanwezig. Het is dit jaar tachtig jaar geleden dat 659 mannen uit de Veluwse plaats werden weggevoerd door de nazi’s naar Duitsland.
Nabestaande Riet Ceelen-Hendriksen (86 jaar) verloor door de razzia haar vader. Hij had zich voor de Duitsers verstopt in een kast in het huis. „Mijn vader had het benauwd, hij wilde eruit”, zegt ze. „We hadden van die grote ramen, en toen deed hij het gordijn opzij. Toen zagen ze hem, en toen hebben ze hem weggehaald. En we hebben hem nooit meer gezien.” Haar vader overleed uiteindelijk in het werkkamp Ladelund, niet ver van concentratiekamp Neuengamme.
De 83-jarige Evert Kous verloor zijn vader en zijn oom door de razzia. Zij wilden zich verstoppen in een bosje, maar werden door de Duitsers beschoten, meegenomen en uiteindelijk afgevoerd naar Duitsland. Ze overleden kort na elkaar in Neuengamme.
Allebei deden ze woensdag ook hun verhaal bij de koning. „Het was een hele mooie, fijne ontmoeting”, zegt Kous over het gesprek met Willem-Alexander. „Hij vroeg direct hoe we het hebben ervaren. Dan begin je te praten, en we vulden elkaar heel mooi aan. Het kwartier was zo voorbij. Het was kort, maar inhoudelijk.”
De razzia van Putten is nog altijd een belangrijk thema binnen de gemeenschap van het Veluwse dorp. Dat uit zich ook in de grote belangstelling die er jaarlijks is voor de herdenking. „Deze dag is altijd een zware dag”, zegt Ceelen-Hendriksen. „Elk jaar. Andere mensen zeiden dat ze er nooit thuis over spraken. Maar wij wel. Wij hadden een kleine familie en als we dan naar het monument geweest waren, kwamen ze daarna bij ons thuis koffie drinken. Dan hadden we het er allemaal over.” De herdenking van woensdag was heel bijzonder, vindt Ceelen-Hendriksen. Ze verwijst onder meer naar de 659 kinderen die er stonden. Zij symboliseerden het aantal weggevoerde mannen. „Daar heb je nu een beetje een beeld van. Indrukwekkend.”
Kous vond het ook een emotionele herdenking. „Het meest emotionele vond ik in de kerk, toen psalm 84 vers 3 en 4 werd gezongen. Toen we daar dat zongen en als je dan de woorden op je in laat werken, dan moet ik altijd denken: hier stonden de mannen. Hier stond je vader, met zijn broer ook. Die dit ook gezongen hebben. Dat moet ik mij een beetje inhouden, dan word ik emotioneel.”