De demonstranten waren door de sjiitische terreurbeweging Hezbollah opgeroepen tegenwicht te bieden aan anti–Syrische protesten. Sinds de moord op ex–premier Rafik Harari van 14 februari is in Libanon grootschalig gedemonstreerd voor het vertrek van de Syriërs. Maandag gingen nog ongeveer zeventigduizend anti–Syrische betogers de straat op.

Net als de anti–Syrische betogers zwaaiden hun tegenstanders met de rood–witte Libanese vlag. Ook werd uitbundig het volkslied gezongen en werd stilgestaan bij de moord op Hariri. Minister Talal Erslan werd luid toegejuicht nadat hij had gezegd dat betogers uit geheel Libanon waren toegestroomd om hun aanhankelijkheid te betuigen aan de Syrische president Bashar Assad.

Op twee enorme spandoeken viel te lezen “Dank je Syrië” en “Nee tegen buitenlandse inmenging”, een verwijzing naar druk van de Verenigde Staten, Frankrijk en de Verenigde Naties op de regering in Damascus om de Syrische troepen volledig uit Libanon terug te trekken. Een veelgehoorde leus was “nee tegen VN–resolutie 1559”, waarin het vertrek van de Syriërs wordt geëist.

Een oppositieleider zei dat de pro–Syrische regering mensen onder druk had gezet te demonstreren. Ook zouden Syrische agenten in dorpsgemeenschappen in het oosten en het zuiden van het land hebben opgeroepen tot deelname aan de demonstratie. Er deden zelfs geruchten de ronde dat met bussen betogers uit Syrië waren aangevoerd.

Hezbollah–leider sjeik Hassan Nasrallah vroeg retorisch: ‘Zijn al die honderdduizenden mensen marionetten, zijn dit allemaal agenten voor de Syriërs en hun inlichtingendiensten?’ Nasrallah bood Damascus excuses aan voor de anti–Syrische protesten en verklaarde resolutie 1559 te verwerpen. Het was onmogelijk om van onafhankelijke zijde schattingen van het aantal demonstranten te krijgen, maar er waren ten minste een half miljoen mensen op het plein en in de straten daaromheen.

De pro–Syrische demonstratie vond plaats op het Riad Solh–plein waar het gebouw van de Verenigde Naties staat, op enkele blokken afstand van het Plein van de Martelaren waar Hariri werd vermoord en waar de anti–Syrische betogers hun hoofdkwartier hebben. Het Libanese leger had de weg tussen beide pleinen met een pantserwagen geblokkeerd.

Assad en de Libanese president Emile Lahoud maakten maandag bekend dat Syrië zijn troepen voor 31 maart naar de Bekaavallei in Oost–Libanon zal terugtrekken. Ook werd verdere terugtrekking naar de grens toegezegd, maar hiervoor werd geen tijdslimiet gegeven. Evenmin werd ingegaan op eisen van de Libanese oppositie en de internationale gemeenschap dat de Syrische inlichtingendienst uit Libanon wordt teruggetrokken.

De Hezbollah is opgericht door Iran en wordt deels gesteund door Syrië. De terreurbeweging voelt zich kennelijk in het nauw gebracht door de anti–Syrische oppositie en de internationale gemeenschap. Zij verzet zich tegen VN–eisen voor ontwapening met het argument dat zij geen militie, maar een verzetsbeweging is. De Libanese regering accepteert die argumentatie.

De Hezbollah heeft haar machtsbasis in het oosten en het zuiden van Libanon en is fel anti–Israëlisch en anti–Amerikaans. Tijdens de betoging werd dan ook tegen Amerika geageerd, dat als de grote boosdoener werd afgeschilderd.