Woningcorporatie Rhenam Wonen heeft te weinig gedaan om een joods echtpaar te beschermen toen de twee werden gediscrimineerd, zo oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. De huurders kregen volgens het college vrijwel direct na hun verhuizing in 2019 te maken met scheldpartijen, bedreigingen, bekladding van hun huis met hakenkruizen en ook werd er door hun brievenbus geplast.
De bewoners „zien in de incidenten een antisemitisch patroon en voelen zich gediscrimineerd”. Ze hebben dit meerdere keren gemeld bij Rhenam Wonen, dat volgens de website in Rhenen en omgeving sociale huurwoningen aanbiedt. De woningcorporatie verwees het echtpaar door naar de politie. De huurders vinden dat de organisatie te weinig actie heeft ondernomen en tekortschiet. Rhenam zelf zegt juist dat de incidenten in het strafrecht thuishoren omdat ze zo ernstig zijn. Ook was niet altijd duidelijk wie er bij de voorvallen betrokken waren en tegen wie de corporatie zou moeten optreden.
Volgens het college heeft Rhenam de huurders in 2022 pas uitgenodigd voor een gesprek, terwijl ze toen al meerdere meldingen hadden gedaan. Het college noemt de houding van de organisatie passief. Dit „terwijl van haar een grote mate van professionaliteit mag worden verwacht, gelet op de belangrijke maatschappelijke taak die zij vervult”. Volgens het college hebben woningcorporaties namelijk de plicht om te zorgen voor „een discriminatievrije woonomgeving”. Rhenam heeft niet aan deze zorgplicht voldaan, oordeelt het college.
Een woordvoerster van Rhenam Wonen laat weten de uitspraak te „betreuren”. Ze noemt het „vervelend dat het college van mening is dat we te passief hebben gehandeld en onvoldoende zorg gedragen hebben voor een discriminatievrije woonomgeving”. De organisatie benadrukt juist te „staan voor een gelijke behandeling” van huurders. Rhenam Wonen wil volgens de woordvoerster van de zaak leren en is daarom een onderzoek begonnen naar de eigen omgang met klachten over discriminatie en intimidatie. Ook gaat de organisatie opnieuw in gesprek met het echtpaar.
Consulent discriminatiezaken bij Discriminatie.nl Michel Aben staat het stel bij en beaamt dat er een gesprek met Rhenam komt. De familie is volgens hem „tevreden” met de uitspraak van het college. Het echtpaar woont nog steeds op dezelfde plek. Volgens Aben is het nu zaak dat er een oplossing wordt gevonden voor de situatie.