Kan de wolf de wildstand op de Veluwe beheren, zodat er geen jager meer aan te pas hoeft te komen? Op het grondgebied van Ede nemen ze de proef op de som.
„Wolven zijn toppredator. Ze staan aan het hoofd van de voedselketen in de natuur”, zegt boswachter Frank Theunissen (64) van Natuurmonumenten op de Zuidwest-Veluwe. Hij is verantwoordelijk voor een gezonde stand van edelherten, reeën en wilde zwijnen in natuurgebied het Planken Wambuis van Natuurmonumenten. Lange tijd gebeurde dat door de inzet van jagers. Nu de wolf terug is, laat Natuurmonumenten het sinds drie jaar over aan het roofdier. „Hoewel het nog te vroeg is om harde conclusies te trekken, lijkt het erop dat de wolven het wildbeheer in ons gebied aankunnen.”
Wild heeft een beperkte bewegingsruimte op de Zuidwest-Veluwe, zegt Theunissen. „Met een ecoduct bij Otterlo waren we verbonden met de rest van de Veluwe. Maar sinds de komst van de wolf hebben onze buren van Nationaal Park De Hoge Veluwe dat ecoduct met een hekwerk afgesloten. Dat betekent dat de herten en zwijnen opgesloten zitten en er geen uitwisseling is met dieren uit andere delen van de Veluwe.”
Niet alleen Natuurmonumenten, maar ook de gemeente Ede laat het wildbeheer grotendeels over aan de wolf. Ede is eigenaar van Veluws bos en hei met een oppervlakte van 4000 voetbalvelden grenzend aan het Planken Wambuis. Het is leefgebied van honderden edelherten en wilde zwijnen.
Het bejagen van edelherten en reeën heeft de gemeente Ede stopgezet sinds de wolf aanwezig is. „Mochten de aantallen weer stijgen, dan gaan we over tot selectief beheer”, licht Victor Nuijten toe. Hij is wildbeheerder bij gemeente Ede. „Reewildbeheer is in zijn geheel gestopt omdat door de aanwezigheid van de wolven de aantallen sterk gereduceerd zijn.”
Hoewel het jachtgeweer vooralsnog in de kast blijft op het grondgebied van Ede, moet niet te snel de conclusie worden getrokken dat de wolf de rol van de jager overneemt, stelt Nuijten. „Het vergt meer tijd en kennis voor het juiste beheer, waarbij de aantallen van het grofwild niet te hoog worden.”
Drukke wegen
Ede maakt een uitzondering voor het Edesebos en een boscorridor om de drukke wegen rond Ede. „Ter voorkoming van aanrijdingen en confrontaties met honden en wandelaars, vindt hier beheer plaats van wilde zwijnen”, zegt Nuijten.
Ter voorkoming van aanrijdingen en confrontaties met honden en wandelaars, vindt in het Edesebos beheer plaats van wilde zwijnen - Victor Nuijten, wildbeheerder bij de gemeente Ede
In het gedrag van wild ziet Nuijten sterke veranderingen door de aanwezigheid van wolven. Herten en zwijnen zijn alerter en schuwer geworden, dus minder goed zichtbaar voor wandelaars op de Veluwe. „Ze zoeken sneller de dekking op. De roedels in het bos zijn kleiner en meer verspreid. Ook zien we dat het wild minder honkvast is. Het gedrag is dynamischer.”
Natuurmonumenten merkt dat de roedel wolven in hun gebieden niet alleen jonge en kwetsbare herten en zwijnen oppeuzelt, maar ook sterke herten met geweien. Theunissen: „Het lijkt erop dat herten met grote geweien zich minder goed weten te verdedigen tegen wolvenaanvallen. Bij het vluchten wordt hun snelheid beperkt doordat ze door takken moeten rennen. Dat maakt ze kwetsbaar.”
Jonge boompjes
De Faunabeheereenheid Gelderland bepaalt jaarlijks hoeveel afschot door jagers nodig is om de wildstand op een acceptabel niveau te brengen. Als er te veel wild is, worden alle jonge boompjes opgevreten en kan de natuur zich niet herstellen. Ook lopen automobilisten op de Veluwe meer risico op aanrijdingen met wild. „Afschot is een middel en geen doel om de natuur op de Veluwe in evenwicht te houden”, zegt wildexpert Gerrit Jan Spek. In opdracht van de Faunabeheereenheid Gelderland en de Vereniging Wildbeheer Veluwe adviseert hij jaarlijks over het afschot van de aantallen edelherten, wilde zwijnen, reeën en damherten.
„Jagers krijgen hulp van de wolf, maar het is niet zo dat de wolf de jager kan vervangen. Aanvullend beheer blijft nodig voor een gezonde wildstand”, benadrukt Spek. Hij verwijst naar internationaal wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat de wolf alleen in staat is tot balans in wildbeheer als het dier hulp krijgt van de beer en de lynx.
De vuistregel is dat de jaarlijkse sterfte van wild gelijk moet zijn aan de aanwas - Gerrit Jan Spek, wildexpert
De wolvenpredatie is dit jaar voor het eerst verwerkt in de afschotcijfers voor de gehele Veluwe, legt Spek uit. „De wolf vreet 5 tot 45 procent van de kalveren van edelherten op, dat wisselt sterk per gebied. Daarmee helpt de wolf de jager.” Ook vangen wolven een derde van de biggen van wilde zwijnen, zo’n 1000 tot 1500 biggen op jaarbasis.
Jagers hebben de opdracht gekregen om dit jaar 3400 everzwijnen te schieten om de stand te verminderen. „Het aandeel big is daarin minder hoog dan voorgaande jaren, dankzij de wolf. De vuistregel is dat de jaarlijkse sterfte van wild gelijk moet zijn aan de aanwas.”
In totaal moet de stand met 1850 edelherten worden verminderd door zowel jagers als wolven. „Wolven, jagers en terreinbeheerders hebben een gemeenschappelijk doel, namelijk de balans herstellen tussen planten en planteneters, zodat alle inheemse bomen en planten weer kunnen thuiskomen op de Veluwe.”
De klassieke hertenbronst op vaste bronstplaatsen zul je minder zien nu de wolf rondstruint - Gerrit Jan Spek, wildexpert
De wolf zorgt voor nog een opmerkelijke verandering: Het burlen van edelherten op vaste plaatsen komt minder voor. „Zo’n hert kan zich niet meer permitteren om lang op een vaste plek te staan burlen. Dan is het kostje snel gekocht voor een wolf. Dus de klassieke hertenbronst op vaste bronstplaatsen zul je minder zien nu de wolf rondstruint.”