Cultuur & boeken

Theorie achter Nieuwe Bijbelvertaling

Titel:

Ds. M. J. Kater
24 April 2002 16:14Gewijzigd op 13 November 2020 23:32

”Naar een nieuwe kerkbijbel. Een handreiking voor het beoordelen van de Nieuwe Bijbelvertaling”
Redactie: Henk Room en Walter Rose
Uitgeverij: De Vuurbaak, Barneveld, 2001
ISBN 90 5560 224 8
Pagina’s: 106
Prijs: € 12,50. Is de Bijbel voor ons een „citatenboek van dierbaarheden”? Dan moeten we, aldus de auteurs van het boekje ”Naar een nieuwe kerkbijbel”, bereid zijn deze ’dierbaarheden’ op te geven. Verschillende scribenten uit de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) leverden een bijdrage aan deze ”handreiking voor het beoordelen van de Nieuwe Bijbelvertaling”. „Uiteindelijk moet niet het mooie Nederlands, maar de getrouwheid van de vertaling de doorslag geven bij het maken van een concrete vertaalkeuze.” De lezer oordele zelf. Dat is ook de bedoeling van dit boekje.

”Naar een nieuwe kerkbijbel” is een bundeling van bijdragen die werden geleverd op een vorig jaar gehouden congres onder auspiciën van deputaten bijbelvertaling van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en de Theologische Universiteit Kampen (Broederweg).

De bedoeling van dit congres was om, naar aanleiding van de al eerder verschenen resultaten van het vertaalproject voor de Nieuwe Bijbelvertaling (in: Werk in Uitvoering 1 en 2) te komen tot een beoordeling hiervan. Daartoe moest allereerst worden vastgesteld aan de hand van welke criteria het resultaat beoordeeld diende te worden.

Op een heldere manier komt in dit boekje de vertaaltheorie achter de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) ter sprake. Het gaat om „brontekstgetrouw” en „doeltaalgericht.” Er moet recht worden gedaan aan de oorspronkelijke tekst (de brontekst), maar dan zó dat de brontaal niet door de vertaalde tekst (de doeltaal) heenschemert, zoals dit bij de Statenvertaling (SV) het geval is.

Om die reden wordt ook onderscheid gemaakt tussen „tekstkenmerken”, die wel in de vertaalde tekst zichtbaar moeten worden, en „taalkenmerken”, die niet zichtbaar mogen worden (hebraïsmen bijvoorbeeld).

Redder
Een en ander brengt met zich mee dat er niet naar wordt gestreefd een woord uit de brontaal zoveel mogelijk met eenzelfde woord uit de doeltaal weer te geven. Er is slechts sprake van „beperkte concordantie.”

In de bundel is een bijdrage opgenomen die uitvoerig op dit probleem ingaat. De auteur daarvan laat zien dat de NBV in sommige gevallen concordant is terwijl de SV juist varieert. Zo wordt het werkwoord ”soizo” in de SV vertaald met ”behouden worden”, ”gezond worden”, ”zalig worden” en ”verlossen”. De NBV heeft op bijna al deze plaatsen ”gered worden”.

Dit heeft dan wel tot gevolg dat we woorden als ”Zaligmaker” en ”Heiland” kwijtraken en alleen nog maar lezen over ”Redder”. De auteur schrijft: „Ik denk dat het goed is om te zien dat terecht dierbare woorden als Heiland en Zaligmaker een heel gewone betekenis hebben: redden… In de loop van de geschiedenis hebben deze woorden een meerwaarde gekregen. Maar die hebben de gebruikte woorden in de brontekst niet.”

Gevaar
Zo reikt dit boekje heel wat stof tot nadenken aan. Iedereen wie de vertaling van Gods Woord ter harte gaat, doet er goed aan het te lezen. Wel moeten zij er op bedacht zijn dat daardoor heel wat ’zekerheden’ aan het wankelen kunnen worden gebracht.

Dat is ook een gevaar van deze handreiking. Op een bijna wiskundige manier gaan de auteurs in op allerlei argumenten die tegen de NBV ingebracht zijn en worden. De manier waarop zij bijvoorbeeld omgaan met gevoelens van eerbied lijkt me bepaald niet pastoraal. Mag een mens nog ’dierbaarheden’ hebben?

Tegelijkertijd zullen we er wel voor moeten waken allerlei alleen gevoelsmatige argumenten als principieel te presenteren. Dat de gebruikte Godsnaam ”HEER” voor een deel van het Nederlandse kerkvolk echter zo hard en koud overkomt en de lading van eerbied zo weinig in zich heeft, mag warempel wel op wat meer respect rekenen.

Waarschijnlijk zullen we moeten toepassen wat prof. Van Bruggen schrijft over de „maten van een kerkbijbel” en de manier waarop we kritiek geven op de NBV. „Wanneer je de richtlijnen voor de NBV niet deelt, spreek daar dan over, maar kritiseer de NBV als product niet langer. Wie een SV of een idiolecte of een feministische vertaling wil, heeft haar of zijn recht van spreken verloren binnen het werkterrein van de NBV.”

In het boekje is nog veel meer te lezen: over het niet meer gebruiken van hoofdletters voor persoonlijke voornaamwoorden die God aanduiden, over het gebruik van ”je en jullie” in plaats van ”u” en over het pleidooi om veel meer ”kanttekeningen” in voetnoten te plaatsen. Maar een vertaling zonder kanttekeningen kan nooit de beste zijn…

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer