Als eerste waarschuwing komen chauffeurs een bord tegen die hoge voertuigen wijzen op een afslag om de tunnel te vermijden. Nog voor de afrit volgt een automatische detectie. Als die uitwijst dat de vrachtwagen hoger is dan in Europa toegestaan, gaan op een verkeersbord knipperende waarschuwingslichten aan. Als daarna ook een tweede detectiepunt een hoogte van meer dan 4 meter vaststelt, wordt via matrixborden voor alle weggebruikers de snelheid verlaagd en gaan verkeerslichten op rood. Een weginspecteur komt erbij en als de vrachtwagen inderdaad te hoog blijkt, kan de chauffeur rekenen op een boete van 700 tot 900 euro.

Op deze manier wordt geprobeerd te voorkomen dat er ongelukken, schade en grote vertragingen ontstaan bij een van de oudste en laagste tunnels van Nederland, aldus Rijkswaterstaat. Volgens de organisatie zorgden te hoge voertuigen de laatste jaren voor diverse schadegevallen, onder andere aan lichtbakken en luidsprekers. Reparaties kosten naast vertragingen ook veel geld. Omdat de tunnel in de richting van Den Haag naar Amsterdam in de jaren ’60 is gebouwd, geldt de detectie alleen voor deze rijrichting. De tunnel de andere kant op is nieuwer en hoger gebouwd.