Inspectie JenV houdt ‘vinger aan de pols’ bij EBI Vught
De Inspectie Justitie en Veiligheid „heeft besloten om de vinger aan de pols te houden bij de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught”, maakte de organisatie donderdag bekend. „De recente berichtgeving dat gedetineerden mogelijk contact met elkaar konden hebben via de waterkanalen van de toiletten, baart de inspectie zorgen”, vult de inspectiedienst aan.
Dat gedetineerden zeker de afgelopen anderhalf jaar contact met elkaar hadden werd woensdag bekend via advocaat Hakan Külcü. In de EBI zitten onder anderen Ridouan Taghi, zijn zoon Faissal en Willem Holleeder. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) kon niet op de zaak ingaan.
De Inspectie Justitie en Veiligheid had in een eerder stadium aangegeven als onafhankelijke speler mee te kijken met een intern onderzoek van DJI. Nu heeft de inspectie besloten dat onderzoek „intensiever te gaan volgen”. Dat onderzoek was gestart wegens „een eerder incident dat er onderling contact is geweest tussen EBI-gedetineerden”, aldus de inspectie.
De EBI kwam recent in opspraak toen bleek dat Taghi was overgeplaatst van de eenpersoonsafdeling, waar hij nagenoeg in isolatie zat, naar een afdeling naast Marengo-medeverdachte Saïd R. en Holleeder. Door een fout van de bewaking bleken Taghi en R. daar contact te hebben gehad.
De nadruk van de Inspectie Justitie en Veiligheid komt te liggen „op de manier waarop DJI omgaat met de eventuele conclusies en aanbevelingen van het interne onderzoek”.
Dat binnen de EBI contact via de waterkanalen mogelijk was, leidde tot verontwaardiging bij leden van de Tweede Kamer. „Ernstig”, vond Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA). „Levensgevaarlijk”, zei Ulysse Elian (VVD).