Coenradie (Justitie) bezoekt Estland voor mogelijke huur cellen
Staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid) gaat donderdag naar Estland om te kijken of daar Nederlandse gevangenen kunnen worden gehuisvest. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. Het gaat om een „eerste verkennend gesprek”.
Estland staat in elk geval voor het idee open. Justitieminister Liisa Pakosta zei tegen de publieke omroep van het land dat het verhuren van cellen zo’n 30 miljoen euro zou kunnen opleveren. „Dat is een hele grove schatting.” In de Nederlandse gevangenissen heerst krapte vanwege personeelstekorten, in Estland is juist ruimte over.
De staatssecretaris gaat naar Tartu, een stad in het oosten van Estland op zo’n 160 kilometer van hoofdstad Tallinn. Een belangrijke vraag zal zijn of cellen daar voldoen aan Nederlandse standaarden. De minimale oppervlakte van een cel in Nederland is bijvoorbeeld 10 vierkante meter. Er moet onder meer een raam zijn van minstens 0,75 vierkante meter, een spiegel en een tafel.
Het Europees Bureau voor de grondrechten (FRA) schrijft in een rapport dat tweepersoons cellen van 8 vierkante meter de standaard zijn in Estland. Het bureau citeert een inspectierapport dat spreekt van lekkende ramen en ramen waar een „dicht metaalgaas” voor zat.
Voor er daadwerkelijk Nederlandse gedetineerden naar Estland zouden kunnen worden overgeplaatst, moet er nog veel gebeuren. Het vergt ingewikkelde afspraken tussen beide landen. De kans van slagen is niet heel groot, denkt een Estse bron.
Nederland moet verder bedacht zijn op concurrentie: onder meer het Verenigd Koninkrijk zou ook in de markt zijn voor de lege Estse cellen. Maar er lopen met geen enkel land al concrete onderhandelingen, zegt het Estse ministerie van Justitie.