Aboutaleb: Allahu akbar-uitspraak had ik niet moeten doen
Scheidend Rotterdams burgemeester Ahmed Aboutaleb staat niet langer achter een uitspraak die hij vorige week deed kort na de dodelijke steekpartij bij de Erasmusbrug in zijn stad. Volgens getuigen riep de verdachte ‘Allahu akbar’ (God is de grootste) tijdens het incident. Kort na de steekpartij veroordeelde Aboutaleb de daad scherp, maar hij zei tegen Omroep Rijnmond ook: „Ik roep tientallen keren per dag Allahu akbar”.
„Spijt heb ik niet van de uitspraak, maar ik had het niet moeten zeggen. Omdat het niet ter zake doende was”, zei hij dinsdagavond in een televisie-interview met Eva Jinek op NPO1. Aboutaleb wist naar eigen zeggen dat de verdachte een verleden met psychische problemen had. „Op dat moment maak ik niet uit of het om een terrorist gaat, dat maakt de rechter uit.” Het incident gebeurde vorige week donderdag.
De politieke tegenstander van Aboutaleb, Leefbaar Rotterdam, veroordeelde het ‘Allahu akbar’ van de burgemeester en debatteert donderdag met de burgemeester over dit onderwerp. Drie partijen die met Aboutaleb willen debatteren, spreken van een terroristische aanslag.
Het OM onderzoekt nog of de verdachte een terroristisch motief had. Bekend is dat de 22-jarige verdachte uit Amersfoort een bekende is van politie en justitie. Zo kreeg hij een paar jaar geleden een tbs-maatregel opgelegd voor een aanval op zijn moeder, die hij met een mes in haar nek en keel had gestoken.
In het interview zei Aboutaleb „de mensen in Rotterdam het meest te gaan missen”. Hij werd duidelijk emotioneel in het interview toen hij refereerde aan een gesprek met een van zijn kinderen na zijn geroemde toespraak na de aanslag op de redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo in 2015. „Je bent een held van mij, maar ik heb niks aan een dode held.” Op de vraag wat hij daarop antwoordde, zei Aboutaleb: „Je kunt niks terugzeggen.”
Aboutaleb neemt donderdagmiddag ook officieel afscheid van de gemeenteraad.