Dat is de mening van het Rathenau instituut, dat dinsdagmiddag een werkbijeenkomst met veertig vertegenwoordigers van overheid, industrie en wetenschap hield. Het instituut, dat de overheid adviseert over wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, vergeleek kernenergie met alternatieven zoals energiebesparing, ’schone’ fossiele brandstoffen, windenergie en andere hernieuwbare bronnen.

Enthousiast over kernenergie is het Rathenau instituut niet. „De klassieke problemen, zoals de veiligheid en het afvalprobleem, zijn nog steeds niet opgelost en vormen nog altijd serieuze argumenten tegen kernenergie. Maar voor de reductie van broeikasgassen is kernenergie in Europa onontkoombaar.”

De liberalisering van de energiemarkt maakt deze problemen in Nederland extra complex. „Op een vrije energiemarkt neemt niet langer de overheid, maar de markt initiatieven”, aldus het instituut. De overheid heeft daardoor geen directe greep op de manier van energiewinning. Het instituut vindt daarom een aanpassing van de Kernenergiewet noodzakelijk, zodat de randvoorwaarden voor energieleveranciers duidelijk zijn.

Voor 2012, de eerste deadline van de Kyoto-afspraken, zullen er in Nederland echter geen nieuwe kerncentrales van de grond komen, aldus het Rathenau instituut. „De periode van initiatief tot inbedrijfstelling van een kerncentrale neemt zo’n tien jaar in beslag.”