Europa bouwt bewust een satelliet om die te vernietigen
Europa gaat bewust een satelliet bouwen om die ten onder te laten gaan. Het vaartuig moet ten onder gaan in de dampkring om te meten wat er dan precies gebeurt. „In bijna zeventig jaar ruimtevaart zijn ongeveer 10.000 satellieten en raketonderdelen vergaan in de dampkring, en er komen nog veel meer aan. Maar voor iets dat zo vaak gebeurt hebben we geen duidelijk beeld van de vurige laatste momenten van een satelliet”, legt de Europese ruimtevaartorganisatie ESA uit.
De missie heeft de naam Draco gekregen, een afkorting van Destructive Reentry Assessment Container Object, oftewel een apparaat dat de vernietigende terugkeer in de dampkring moet meten. De satelliet moet in 2026 gelanceerd worden. Hij weegt 150 kilo en kost alles bij elkaar ongeveer 17 miljoen euro. Binnenin zit een bak die gebouwd is om de ondergang juist te overleven. Sensoren en camera’s in die bak moeten tijdens de terugkeer alle metingen doen.
Volgens Stijn Lemmens van de ESA is het in laboratoria en windtunnels niet mogelijk om „de ongelofelijke snelheid, de enorme krachten en de bewegingen van een ongecontroleerde terugkeer goed na te bootsen”.
De ESA heeft een keer eerder zo’n soort missie gedaan. In 2013 zat er een camera in een vrachtschip dat terugkeerde na het bevoorraden van ruimtestation ISS. Draco moet veel nauwkeuriger meten en veel meer gegevens opleveren.
Het uiteindelijke doel van de missie is dat satellieten volledig vergaan en dat er geen brokstukken dit overleven. Die restanten kunnen namelijk een gevaar voor mensen op de grond vormen. Tegelijk is het belangrijk dat oude satellieten verdwijnen uit hun baan rond de aarde, want daar zijn ze ruimtepuin en kunnen ze andere satellieten in gevaar brengen.