Binnenland

Positie Rotterdamse minima verslechtert

De besteedbare ruimte in het inkomen van Rotterdammers met een minimuminkomen is vergeleken met enkele jaren geleden met 3 procent gedaald. Dat betekent dat er sprake is van meer armoede in de stad. Wethouder L. Bolsius zou daar graag verbetering in aanbrengen, maar dan moet Den Haag hem daarvoor wel de ruimte bieden.

Van onze correspondent
8 March 2005 10:35Gewijzigd op 14 November 2020 02:18

De Rotterdamse wethouder van Sociale Zaken en Werkgelegenheid presenteerde dinsdagmorgen het onderzoeksrapport ”Rond of rood”, waarin de resultaten van het tweejaarlijkse onderzoek naar de sociale en financiële positie van Rotterdamse huishoudens met een minimuminkomen zijn beschreven. In de periode 2002-2004 is sprake van een daling van het besteedbare inkomen met 3 procent ten opzichte van de periode 2000-2002. In het rapport wordt dat toegeschreven aan een stijging van de woonlasten en onontkoombare lasten, met name die van de premies van ziektekostenverzekering, die navenant zwaarder op het budget van de minima zijn gaan drukken.

Daartegenover staat dat minima minder zijn gaan uitgeven aan kosten van maatschappelijk verkeer. Dat wordt weer verklaard door onder andere dalende telefoonkosten als gevolg van het vrijgeven van de markt voor telecommunicatie. Ook zegt 20 procent van de huishoudens te hebben bezuinigd op lidmaatschappen van verenigingen, abonnementen op kranten en tijdschriften en op het openbaar vervoer.

Een tweede indicatie van de verslechterde financiële positie van de minima is dat 29 procent van de huishoudens zegt moeilijk of niet te kunnen rondkomen met zijn budget. Dat is 5 procent meer dan in de periode 2000-2002, toen er sprake was van een duidelijke daling. Ten slotte is er sprake van een lichte stijging van het aantal huishoudens met een problematische schuld. Bijna de helft van de huishoudens (43 procent) heeft een of meer schulden in de vorm van een lening of een betalingsachterstand op lopende rekeningen. Niettemin heeft Rotterdam in het kader van het armoedebeleid de laatste jaren 2 procent meer aan voorzieningen uitgegeven (10 procent) dan in de eerdere periode (8 procent).

Ook werkenden met een salaris tot 125 procent van het sociaal minimum zijn vaak kwetsbaarder voor financiële problemen dan uitkeringsgerechtigden. Zij hebben vaker en gemiddeld hogere schulden en geven ook vaker aan niet rond te kunnen komen van hun budget.

De onderzoekers schrijven dit toe aan het feit dat het werkende leven meer uitgaven met zich meebrengt. Daarnaast profiteren werkenden in veel mindere mate van het lokale armoedebeleid omdat ze geen relatie met de sociale dienst hebben. Bovendien komen werkenden eerder in aanmerking voor krediet dan uitkeringsgerechtigden. Hierdoor is de verlokking groot om tekorten aan te vullen door leningen aan te gaan, wat op termijn weer tot schulden kan leiden.

Huishoudens met kinderen blijven een financieel kwetsbare groep. Wethouder Bolsius zegt daar graag wat voor te willen doen, maar dan moet Den Haag hem daarvoor wel de ruimte bieden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer